User Manual - Page 91

For P4624931.

Loading ...
Loading ...
Loading ...
Voor modellen met een anti-aanbaklaag: gebruik geen gardes, metalen en/of scherp
keukengerei. Klop uw keukengerei niet af op de rand van de pan; dit kan de
snelkookpan beschadigen en lekken veroorzaken.
Laat vetten, zoals boter of olie, nooit verbranden of verkolen. De tijdens het koken
vrijgegeven dampen kunnen gevaarlijk zijn voor dieren met een gevoelig
ademhalingsstelsel, zoals vogels. Eigenaars van vogels moeten deze uit de keuken
verwijderen.
Uw snelkookpan is uitgerust met verschillende beveiligingen:
Beveiliging bij het sluiten:
- Wanneer het deksel verkeerd is geplaatst of als u vergeet de handgreep van het
deksel omlaag te klappen, ontstaat er een stoomlek ter hoogte van de
veiligheidsindicator (D) van de snelkookpan en kan deze geen druk opbouwen.
Beveiliging bij het openen:
- Terwijl uw snelkookpan onder druk staat, staat de veiligheidsindicator (D) in de
hoogste stand en mag de handgreep van de deksel voor het openen/sluiten (G)
niet worden gebruikt.
- Probeer nooit uw snelkookpan met geweld te openen.
- Manipuleer in het bijzonder nooit de veiligheidsindicator (D).
- Verzeker u ervan dat de interne druk is gedaald door na te gaan of de
veiligheidsindicator (D) in de laagste stand staat.
- De handgrepen van de pan zijn veiligheidsbestanddelen. U mag deze nooit zelf
vervangen. Gebruik nooit andere handgreepmodellen.
- Indien u de handgreep van de deksel voor het openen/sluiten (G) in verticale
stand heeft gezet terwijl de snelkookpan nog onder druk stond, kunt u deze niet
openen. Deze functie is een extra beveiliging.
- Klap de handgreep van de deksel terug in horizontale stand en wacht tot de
veiligheidsindicator (D) naar de laagste stand is gedaald.
Twee overdrukbeveiligingen:
- Eerste voorziening: het veiligheidsventiel (E) ontlast de druk - afb. 20.
- Tweede voorziening: de afdichtingsring laat de stoom ontsnappen via het
deksel - afb. 20.
Wanneer één van deze overdrukbeveiligingen in werking treedt:
Zet de warmtebron uit.
Laat uw snelkookpan volledig afkoelen.
Open de snelkookpan.
Controleer en reinig het drukventiel (A), de stoomuitlaat (B), het
veiligheidsventiel (E) en de afdichtingsring (I) - afb. 16 - 17- 18. Zie hiervoor
de paragrafen "Reiniging" en "Verplichte controles voor elk gebruik".
Beveiliging
89
NL
* afhankelijk van model
Loading ...
Loading ...
Loading ...