Loading ...
Loading ...
Loading ...
Controleer of het veiligheidsventiel beweegbaar is (zie hiervoor de paragrafen
"Reiniging" en "Verplichte controles voor elk gebruik") - afb. 18.
Voeg uw ingrediënten en de vloeistof toe.
Sluit uw snelkookpan - afb. 2
Indien u de snelkookpan moeilijk kan sluiten: plaats de afdichtingsring onder
water en plaats deze opnieuw op het deksel zonder het te drogen - afb. 19
en 15 en let er hierbij op dat de afdichtingsring goed onder de uitsparingen
van het deksel komen te zitten.
Plaats het drukventiel (A) - afb. 8.
Koken in de modus
"Snelkookpan"”
Draai het drukventiel (A) tot de stand van de kookmodus "Snelkookpan"
- afb. 9.
Verzeker u ervan dat uw snelkookpan goed is gesloten voordat u hem in
werking stelt - afb. 2.
Plaats uw snelkookpan op een warmtebron en stel deze in op maximaal
vermogen.
Voor de modellen uitgerust met een timer : programmeer de in het recept
aangegeven kooktijd (zie paragraaf "Gebruik van de timer").
Het tikkende geluid en de damp die bij de veiligheidsindicator ontstaan, zijn
normaal. Hierdoor kan er voor het koken lucht ontsnappen.
Tijdens het koken in de modus "Snelkookpan"
Zet de warmtebron lager wanneer het drukventiel (A) continu en met een
aanhoudend (sissend) geluid stoom laat ontsnappen.
Begin vanaf dat moment de in het recept aangegeven kooktijd af te tellen.
Let erop tijdens het koken dat het ventiel regelmatig fluistert. Als er
onvoldoende stoom vrijkomt, zet dan uw warmtebron iets hoger, en zet hem
iets lager in het tegenovergestelde geval.
Einde van het koken in modus "Snelkookpan"
Om de stoom te laten ontsnappen :
Zodra de warmtebron is uitgezet, heeft u twee opties:
• Snelle drukverlaging: draai geleidelijk het drukventiel (A) tot tegenover de
markering van het pictogram - afb. 10.
86
* afhankelijk van model
Loading ...
Loading ...
Loading ...