Mountfield MANOR COMPACT 36 V Petrol Rotary Tiller

OPERATOR’S MANUAL - Page 166

For MANOR COMPACT 36 V. Also, The document are for others Mountfield models: WBE120, WBE120TI, WBE140, WBE170, WBE170LS

PDF File Manual, 264 pages, Read Online | Download pdf file

MANOR COMPACT 36 V photo
Loading ...
Loading ...
Loading ...
5
aan de motor aanrichten doordat
de smering niet voldoende is.
3.8 LUCHTFILTER
De eciëntie van de luchtlter is bepalend om
te vermijden dat er zich restjes en stofdeeltjes
door de motor worden aangezogen, waardoor
de prestaties en de levensduur afnemen.
Zorg er voor dat het lterelement
vrij van restjes blijft en altijd
perfect ecnt is (par. 5.6).
Indien nodig moet u het lterelement
vervangen door een origineel
reserveonderdeel Niet-compatibele
lterelementen kunnen de ecntie en
de levensduur van de motor aantasten.
Start de motor nooit wanneer het
lterelement niet correct gemonteerd is.
3.9 BOUGIE
De bougies voor verbrandingsmotoren
zijn niet allemaal gelijk.
Gebruik alleen bougies van het
aangegeven type, voorzien van de
juiste thermische gradatie.
Let op de lengte van het draadje;
een te lang draadje kan de motor
onherstelbaar beschadigen.
Controleer de reinheid en de correcte
afstand tussen de elektroden (par. 5.7)
4. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
4.1 VÓÓR IEDER GEBRUIK
Het beste is om telkens een aantal controles
te verrichten voordat de motor wordt gebruikt,
om een goede werking te garanderen.
4.1.1 Controle van het oliepeil
1. Zet de machine horizontaal.
2. Reinig de zone rond de vuldop.
3. Schroef de dop (afb. 2.A) los, reinig het
uiteinde van de peilstok (afb. 2.B) en steek
die in de olie door de dop op de opening
te laten rusten zonder aan te schroeven,
zoals geïllustreerd in de afbeelding :
in geval van een korte peilstok
moet de dop geplaatst worden
zonder hem vast te draaien,
in geval van een lange peilstok moet
één draai vastgedraaid worden en
daarna opnieuw losgedraaid worden,
4. Neem de dop met de peilstok opnieuw
weg en controleer of het oliepeil tussen de
twee streepjes «MIN» en «MAX» staat.
5. Indien nodig bijvullen met olie van dezelfde
soort tot aan het «MAX»-niveau, let erop
dat u geen olie naast de vuldop morst
6. Schroef de dop (afb. 2.A) weer
volledig vast en verwijder elk spoor
van eventueel gemorste olie.
OPMERKING Vul geleidelijk bij door kleine
hoeveelheden olie toe te voegen en controleer
telkens het bereikte niveau.
Niet bijvullen tot over het «MAX»-niveau Een te
hoog peil kan volgende problemen veroorzaken:
rook bij de uitlaat;
verzuipen van de bougie of van de luchtlter,
waardoor de motor moeilijk start.
OPMERKING Houdt u aan de aanwijzingen
in de tabel met technische gegevens
voor de te gebruiken soort olie.
4.1.2 Controle van de luchtlter
De eciëntie van de luchtlter is een noodzakelijke
conditie voor de correcte werking van de motor; start
de motor niet indien het lterelement ontbreekt, stuk
is of niet voldoende doordrongen is met olie.
1. Reinig de zone rond de afdekking (afb. 4.A) van
de lter.
2. Verwijder het deksel (afb. 4.A) door de lipjes
(afb. 4.B) los te haken;
3. Controleer de staat van het lterelement (afb.
4.C o 4.C.1), dat intact, rein en in perfect wer-
kende staat moet zijn; verricht er anders onder-
houd aan of vervang het (zie 5.6).
4. Monteer de afdekking (afb. 4.A) opnieuw.
4.1.3 Brandstof bijvullen
De handelingen om brandstof bij te vullen
staan beschreven in de handleiding van de
machine en worden hier enkel vermeld.
Om brandstof bij te vullen:
1. Draai de brandstofdop (afb.3.A)
los, en verwijder hem.
2. Plaats de trechter in de opening. (afb.3.B)
3. Vul met brandstof en neem daarna
de trechter weg (afb.3.B)
4. Op het einde van het bijvullen moet
u de dop van de brandstof (afb.3.A)
goed aanschroeven en eventuele
gemorste vloeistof wegnemen.
BELANGRIJK Vermijd om brandstof te
gieten op de plastic onderdelen van de motor
of van de machine om schade aan deze
delen te vermijden; reinig onmiddellijk alle
sporen van eventueel gemorste brandstof.
De garantie dekt geen schade aan plastic
onderdelen veroorzaakt door brandstof.
4.1.4 Bougiekapje
Sluit het kapje (afb. 5.A) van de kabel stevig
aan op de bougie (afb. 5.B), zorg er voor dat er
vanbinnen in het kapje en op de aansluitklem
van de bougie geen sporen van vuil zijn.
4.1.5 Controle van de staat van
de lading van de accu
Zie paragraaf 5.3.2
Loading ...
Loading ...
Loading ...