Karcher 1.042-208.0 PGG 6/1

Bedienungsanleitung - Page 22

For 1.042-208.0.

PDF File Manual, 112 pages, Read Online | Download pdf file

1.042-208.0 photo
Loading ...
Loading ...
Loading ...
22 Nederlands
Trek voor onderhoudswerkzaamheden de bougiestek-
ker los en scheidt de verbinding met de accu.
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar.
Aanraken van hete apparaatdelen kan leiden tot brand-
wonden.
Laat het voertuig afkoelen, alvorens er werkzaamheden
aan uit te voeren.
* Beschrijving, zie “Inbedrijfstelling”.
** Beschrijving, zie “Onderhoudswerkzaamheden”.
Onderhoudsintervallen
Voor elk gebruik
1. Het apparaat op correcte toestand en bedrijfsveilig-
heid controleren. Beschadigd apparaat niet in ge-
bruik nemen.
2. Het oliepeil controleren. *
3. Het luchtfilter controleren. **
Een keer na 1 maand of 20 bedrijfsuren
1. De olie verversen. **
Elke 3 maanden of 50 bedrijfsuren
1. Het luchtfilter reinigen. **
In stoffige omgevingen de reiniging vaker uitvoeren.
Elke 6 maanden of 100 bedrijfsuren
1. De olie verversen. **
2. De bezinkbeker reinigen. **
3. De bougie controleren en reinigen. **
4. De vonkenvanger (niet bijgeleverd) reinigen. **
Jaarlijks door de geautoriseerde klantenservice
1. De klepspeling controleren en instellen.
2. De brandstoftank en het brandstoffilter reinigen.
Elke 2 jaar door de geautoriseerde klantenservice
1. De brandstofleiding controleren, indien nodig ver-
vangen.
Onderhoudswerkzaamheden
Luchtfilter controleren
1. De vergrendelingen wegzwenken of de schroef eruit
draaien.
Afbeelding D
1 Schroef
2 Deksel
3 Luchtfilterinzetstuk
4 Vergrendeling
2. De deksel verwijderen.
3. Het luchtfilterinzetstuk op vervuiling controleren. Het
luchtfilter indien nodig reinigen of bij beschadiging
vervangen (zie “Luchtfilter reinigen”).
4. Het deksel plaatsen.
5. De vergrendelingen sluiten of de schroef erin draai-
en en vastdraaien.
Luchtfilter reinigen
LET OP
Beschadigingsgevaar
Als het luchtfilterinzetstuk ontbreekt, kan binnendrin-
gend stof de motor onbruikbaar maken.
Gebruik het apparaat niet zonder luchtfilterinzetstuk.
1. Schoepenwiel openen (zie “Luchtfilter controleren”).
2. Het luchtfilterinzetstuk eruit nemen.
3. Het luchtfilterinzetstuk in warm water met schoon-
maakmiddel wassen en met helder water spoelen.
Instructie: Voer de oliehoudende wasoplossing mi-
lieuvriendelijk af.
4. Het luchtfilterinzetstuk laten drogen.
5. Het luchtfilterinzetstuk in schone motorolie dompe-
len en overtollige olie eruit drukken.
6. Het luchtfilterinzetstuk weer plaatsen.
7. Het deksel plaatsen.
8. De vergrendelingen sluiten.
Olie verversen
De olieverversing uitvoeren, als de motor warm is.
1. De oliepeilstok eruit draaien.
Afbeelding E
1 Oliepeilstok
2 Olieaftapplug
2. De olieaftapschroef er met de afdichting uitdraaien
en de olie opvangen.
3. De olieaftapschroef met afdichting indraaien en
vastdraaien.
4. Het apparaat horizontaal neerzetten.
5. De motorolie (voor oliesoort zie “Technische gege-
vens”) afmeten en bij de opening voor de oliepeil-
stok bijvullen.
6. Het oliepeil controleren (zie “Inbedrijfstelling”).
7. De oliepeilstok erin draaien en vastdraaien.
8. De oude olie milieuvriendelijk afvoeren.
Bezinkbeker reinigen
De bezinkbeker scheidt water van benzine.
1. De brandstofkraan sluiten.
2. De bezinkbeker losschroeven.
Afbeelding F
1 Bezinkbeker
2 Schroef
3. De bezinkbeker met O-ring verwijderen.
4. De bezinkbeker en de O-ring met niet-brandbaar
oplosmiddel reinigen en laten drogen.
5. De bezinkbeker en de O-ring aanbrengen en vast-
schroeven.
6. De brandstofkraan openen.
7. Afdichting tussen bezinkbeker en carburateur con-
troleren.
8. De brandstofkraan sluiten.
Bougie controleren en reinigen
1. De bougiestekker lostrekken.
Afbeelding G
1 Bougiestekker
2 Bougie
2. De omgeving van de bougie reinigen zodat geen
vuil in de motor dringt als de bougie wordt verwij-
derd.
3. De bougie eruit schroeven.
4. Een bougie met versleten elektrode of gebroken iso-
lator vervangen.
5. De elekrodestafstand van de bougie controleren. In-
stelwaarde 0,7...0,8 mm.
6. De afdichting van de bougie op beschadiging con-
troleren.
LET OP
Beschadigingsgevaar
Een losse bougie kan oververhitten en de motor be-
schadigen. Een te vast aangedraaide bougie bescha-
digt het schroefdraad in de motor.
Neem de volgende aanwijzingen voor het vastdraaien
van de bougie in acht.
7. De bougie er voorzichtig met de hand indraaien. Het
schroefdraad niet kantelen.
8. De bougie er met de bougiesleutel helemaal indraai-
en en als volgt vastdraaien.
a Een gebruikte bougie 1/8...1/4 omdraaiing vast-
draaien.
b Een nieuwe bougie 1/2 omdraaiing vastdraaien.
9. De bougiestekker erop steken.
Accu van het apparaat laden
GEVAAR
Explosiegevaar, brandgevaar
Als de twee polen van de accu worden verbonden, ont-
staat een kortsluiting die tot een explosie of een brand
kan leiden.
Leg nooit een metalen voorwerp (bijvoorbeeld gereed-
schap) op de accu.
Gevaar voor letsel
Neem de veiligheidsvoorschriften bij de omgang met
accu's in acht.
Neem de handleiding van de lader in acht.
VOORZICHTIG
Gezondheidsrisico
Lood is schadelijk voor de gezondheid.
Breng nooit wonden met lood in contact.
1. De zuurstand van de accu controleren.
2. Bij te lage zuurstand:
a De celafsluiting verwijderen.
b De cel tot de markering met gedestilleerd water
bijvullen.
c De celafsluiting aanbrengen.
3. De accu loskoppelen.
4. De pluspoolleiding van de lader met de pluspool van
de accu verbinden.
5. De minpoolleiding van de lader met de minpool van
de accu verbinden.
6. De lader inschakelen.
Hulp bij storingen
Laat alle controles en werkzaamheden aan elektrische
delen door een vakman uitvoeren.
Neem bij storingen die niet in dit hoofdstuk worden ver-
meld contact op met een bevoegde klantenservice.
De motor start niet.
1. De brandstofkraan openen.
2. Brandstof in de tank vullen.
3. Het oliepeil controleren, indien nodig bijvullen.
4. De bougie controleren (zie “Verzorging en onder-
houd/bougie controleren en reinigen”).
5. De bezinkbeker reinigen (zie “Verzorging en onder-
houd/bougie controleren en reinigen”).
Het apparaat geeft geen stroom af
1. De vermogensschakelaar op 1/ON zetten.
Garantie
In elk land gelden de garantievoorwaarden die door on-
ze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgege-
ven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we
binnen de garantieperiode gratis, voor zover een mate-
riaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt
maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon
contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde ge-
autoriseerde klantenservice.
(adres zie achterzijde)
Technische gegevens
PGG 3/1 50 Hz PGG 3/1 60 Hz PGG 6/1 PGG 8/3
Generator
Continuvermogen kW 2,8 2,8 5,0 7,0
Maximaalvermogen kortstondig kW 3,0 3,0 5,5 7,5
cos φ 1111
Netspanning V 230 (2x) 220 (2x) 230 (3x) 230 (2x), 400 (1x)
Fase ~1111 / 3
Frequentie Hz 50 60 50 50
Beschermingsgraad IP23M IP23M IP23M IP23M
Isolatiestofklasse BBBB
Uitvoeringsklasse G1 G1 G1 G1
Gelijkstroomuitgang
Spanning V 12 12 12 12
Stroom A6666
Verbrandingsmotor
Motortype Einzylinder Einzylinder Einzylinder Einzylinder
Type 4-takt 4-takt 4-takt 4-takt
Koeltype luftgekühlt luftgekühlt luftgekühlt luftgekühlt
Loading ...
Loading ...
Loading ...