Karcher 1.042-208.0 PGG 6/1

Bedienungsanleitung - Page 21

For 1.042-208.0.

PDF File Manual, 112 pages, Read Online | Download pdf file

1.042-208.0 photo
Loading ...
Loading ...
Loading ...
Nederlands 21
Beschrijving apparaat
Afbeeldingen, zie omslagpagina
Afbeelding A
1 Luchtfilter
2 Duwbeugel
3 Trekdraadstarter
4 Chokehendel
5 Brandstofkraan
6 Brandstoftank
7 Bedieningsveld
8 Batterij
9 Oliepeilstok
10 Olieaftapplug
11 Niveau-indicatie brandstof
12 Deksel brandstoftank
13 Typeplaatje
14 Controlelampje
15 Sleutelschakelaar motor
16 Veiligheidsschakelaar gelijkstroom
17 Klemmen gelijkstroom
18 Voltmeter wisselspanning
19 Vermogenschakelaar
20 Wisselstroom-contactdoos
21 PGG 6/1: wisselstroom-contactdoos
PGG 8/3: draaistroom-contactdoos
22 Aardingsklem
Symbolen op het apparaat
Luchtfilter om de 50 uur reinigen, in stoffige omgevingen
om de 10 uur (zie "Verzorging en onderhoud/luchtfilter
reinigen").
Instructie voor het controleren van
het oliepeil.
Chokehendel
Montage
1. De duwbeugel met bijgeleverd montagemateriaal
op het apparaatframe aanbrengen.
Afbeelding B
1 Duwbeugel
2 Standaard
3 Wiel
2. De wielen met bijgeleverd montagemateriaal op het
apparaatframe aanbrengen.
3. De standaard met bijgeleverd montagemateriaal op
het apparaatframe aanbrengen.
Eerste inbedrijfstelling
Olie bijvullen
1. Het apparaat horizontaal plaatsen.
2. De oliepeilstok eruit draaien.
3. De motorolie bijvullen.
Instructie: De motorolie is niet bij de leveringsom-
vang inbegrepen. De hoeveelheid en oliesoorten
staan vermeld in het hoofdstuk "Technische gege-
vens".
4. De oliepeilstok schoonvegen.
5. De oliepeilstok er helemaal insteken, maar niet vast-
schroeven.
6. De oliepeilstok eruit trekken. Het oliepeil moet zich
in het gemarkeerde deel van de oliepeilstok bevin-
den.
7. Bij een laag oliepeil de motorolie bijvullen.
8. De oliepeilstok erin draaien en vastdraaien.
Inbedrijfstelling
Oliepeil controleren
1. Het apparaat horizontaal plaatsen.
2. De oliepeilstok eruit draaien.
3. De oliepeilstok schoonvegen.
4. De oliepeilstok er helemaal insteken, maar niet in-
schroeven.
5. De oliepeilstok eruit draaien. Het oliepeil moet zich
in het gemarkeerde deel van de oliepeilstok bevin-
den.
6. Bij laag oliepeil de motorolie bijvullen.
7. De oliepeilstok erin draaien en vastdraaien.
Brandstof tanken
1. De tankweergave aflezen.
2. De brandstoftank bijvullen, als de tankweergave
een lager vulpeil aangeeft.
3. Het deksel van de brandstoftank eraf schroeven.
4. De brandstof tot maximaal de onderrand van de vu-
lopening vullen.
5. Het deksel van de brandstoftank erop zetten en
vastdraaien.
Werking
Apparaat starten
1. De brandstofkraan openen.
2. Bij koude motor de chokehendel naar links schui-
ven.
3. De sleutelschakelaar in de stand START draaien en
vasthouden tot de motor start. De sleutelschakelaar
maximaal 5°seconden in stand START houden. De
volgende startpoging op zijn vroegst na
10 seconden pauze uitvoeren.
4. Als de motor is gestart, sleutelschakelaar in stand 1/
ON laten springen.
5. Als de motor is gestart de chokehendel naar rechts
schuiven.
Starten met de trekdraadstarter
1. De brandstofkraan openen.
2. Bij koude motor de chokehendel naar links schui-
ven.
3. Langzaam aan de trekdraadstarter trekken tot een
sterke weerstand merkbaar is, en dan stevig trek-
ken.
4. De trekdraadstarter langzaam teruggeleiden.
LET OP
Beschadigingsgevaar
De terugschietende trekdraadstarter beschadigt het ap-
paraat.
De trekdraadstarter langzaam teruggeleiden.
5. Als de motor is gestart de chokehendel naar rechts
schuiven.
Wisselstroomaggregaten aansluiten
In continubedrijf mag het opgenomen vermogen van het
elektrische apparaat het continuvermogen van de gene-
rator niet overschrijden. Het maximaalvermogen mag
alleen kort worden opgenomen. Apparaten met elektro-
motor hebben om te starten het veelvuldige van het no-
minale vermogen nodig.
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schok
Bij beschadiging van het elektrische apparaat of van ka-
bels kan stroom door de bediener vloeien en leiden tot
letsel of de dood.
Als meer dan een apparaat op de generator wordt aan-
gesloten, moet tussen de generator en elk ander elek-
trisch apparaat een mobiele aardlekschakelaar (PRCD-
Portable Residue Current Device) worden aangebracht.
1. De generator starten.
2. De vermogensschakelaar op 1/ON zetten.
3. De netstekker van het elektrische apparaat in de
contactdoos van de generator steken.
4. Als meer dan een apparaat op de generator wordt
aangesloten, moet tussen de generator en elk ander
elektrisch apparaat een mobiele aardlekschakelaar
(PRCD-Portable Residue Current Device) worden
aangebracht.
5. Het elektrische apparaat in gebruik nemen.
Als het apparaat niet correct functioneert, bijvoor-
beeld onregelmatige loop of uitval, het elektrische
apparaat onmiddellijk uitschakelen, loskoppelen en
de oorzaak vaststellen.
Voertuigaccu’s opladen
De 12V-gelijkstroomaansluiting is alleen bedoeld voor
het opladen van 12V-loodaccu’s voor voertuigen. Deze
aansluiting is niet geschikt als 12 V-spanningsbron voor
elektrische apparaten.
1. De minkabel (zwart) van het voertuig van de accu
losmaken.
2. De plusklem (rood) van de laadkabel met de plus-
pool van de accu verbinden.
3. De pluspool (rood) aan het andere einde van de
laadkabel met de rode klem (+) van de generator
verbinden.
4. De minklem (zwart) van de laadkabel met de min-
pool van de accu verbinden.
5. De minpool (zwart) aan het andere einde van de
laadkabel met de zwarte klem (-) van de generator
verbinden.
6. De generator starten.
LET OP
Beschadigingsgevaar.
Als de voertuigmotor tijdens het laden van een voertuig-
accu draait, kan dit leiden tot beschadiging van het
voertuig of de generator.
Start het voertuig niet, terwijl de accu wordt opgeladen.
Contactonderbreker
Bij overbelasting springt de toets van de contactonder-
breker eruit en wordt de laadprocedure onderbroken.
1. Enkele minuten wachten en vervolgens de toets
weer indrukken.
Voertuigaccu loskoppelen
1. De generator uitschakelen.
2. De minpool (zwart) van de generator losmaken.
3. De minklem (zwart) van de accu losmaken.
4. De pluspool (rood) van de generator losmaken.
5. De plusklem (rood) van de accu losmaken.
6. De minkabel (zwart) van het voertuig aan de min-
pool van de accu vastklemmen.
Apparaat uitschakelen
1. De sleutelschakelaar in stand 0/OFF draaien.
2. De brandstofkraan sluiten.
Vervoer
Voor het transport de sleutelschakelaar op 0/OFF
draaien en de brandstofkraan sluiten.
De duwbeugel omhoog zwenken.
Het apparaat met de duwbeugel schuiven of trek-
ken.
De motor voor het verladen minstens 15 minuten la-
ten afkoelen.
Het apparaat tijdens transport verticaal houden om
morsen van brandstof te voorkomen.
Tijdens transport in voertuigen het apparaat con-
form de richtlijnen tegen wegrollen, wegglijden en
kantelen beveiligen.
Het gewicht van het apparaat tijdens transport in
acht nemen.
Opslag
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het ap-
paraat.
LET OP
Beschadigingsgevaar
Leg geen zware voorwerpen op het apparaat.
Apparaat drogen en stofvrij opslaan.
Opslagduur 1...2 maanden
1. Benzinestabilisator in de brandstoftank vullen.
2. De brandstoftank bijvullen.
Opslagduur 2...12 maanden
Bovendien:
1. De brandstofkraan sluiten.
2. Een reservoir onder de carburateur plaatsen.
Afbeelding C
1 Carburateur
2 Aftapschroef
3. De aftapschroef eruit draaien.
4. De brandstof in het reservoir opvangen.
5. De aftapschroef erin draaien en vastdraaien.
6. De bezinkbeker reinigen (zie “Verzorging en onder-
houd/bezinkbeker controleren en reinigen”).
Opslagduur meer dan 12 maanden
Bovendien:
1. De bougie eruit draaien.
2. 5...10 cm
3
Motorolie in de cilinder vullen.
3. De trekdraadstarter er meerdere keren langzaam
doortrekken, zodat de olie in de motor wordt ver-
deeld.
4. De bougie er weer inschroeven.
5. De olie verversen (zie “Verzorging en onderhoud/
olie verversen”).
6. Langzaam aan de trekdraadstarter trekken tot een
sterke weerstand merkbaar is.
Klein en groot onderhoud
GEVAAR
Letselgevaar, gevaar door elektrische stroomstoot.
Bewegende delen kunnen letsel veroorzaken. De door
het apparaat gegenereerde elektrische spanning kan
leiden tot letsel of de dood.
Loading ...
Loading ...
Loading ...