Loading ...
Loading ...
Loading ...
- 6
Overgelopen brandstof afvegen, trech-
ter verwijderen en tankdop sluiten.
Apparaatkap sluiten.
Hefboom stoelverstelling naar binnen
trekken.
Stoel verschuiven, hefboom loslaten en
vastzetten.
Door vooruit- en terugbewegen van de
stoel controleren of hij vast zit.
1 Rijden
Naar gebruiksplaats rijden.
2 Vegen met veegrol
Veegrol wordt neergelaten. Keerrol en
zijbezem draaien.
3 Vegen met zijbezems
Veegrol en zijbezems worden neerge-
laten.
OPMERKING
Het apparaat is voorzien van een zitcon-
tactmat. Bij het verlaten van de chauffeurs-
stoel wordt het apparaat uitgeschakeld.
Alleen KM 100/100 R G
Kap van apparaat openen/ en vastzet-
ten
Hefboom in de richting 'ON' schuiven.
Apparaatkap sluiten.
Alleen KM 100/100 R LPG
1 Gas-aftapventiel
Gas-aftapventiel openen door tegen de
wijzers van de klok te draaien.
Op de chauffeursstoel plaatsnemen.
Rijpedaal NIET gebruiken.
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten.
Alleen KM 100/100 R G
Chokehendel naar beneden drukken.
Wanneer de motor loopt, de chokehen-
del weer naar boven trekken.
Alleen KM 100/100 R LPG
Op de remoteknop drukken, wanneer
de motor loopt, remoteknop loslaten
Contactsleutel boven stand 1 uitdraai-
en.
Is het apparaat gestart, dan contact-
sleutel loslaten.
OPMERKING
De starter nooit langer dan 10 seconden
gebruiken. Voor hernieuwd gebruik van de
starter minstens 10 seconden wachten.
GEVAAR
Valgevaar! Bij het rijden niet gaan recht-
staan.
Gaspedaal "vooruit" langzaam indruk-
ken.
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij het achteruit-
rijden mogen derden niet in gevaar ge-
bracht worden, eventueel aanwijzingen la-
ten geven.
Gaspedaal "achteruit" langzaam in-
drukken.
– Met de rijpedalen kan de rijsnelheid
traploos geregeld worden.
– Vermijd schokkerig gebruik van het pe-
daal, omdat de hydraulische installatie
anders beschadigd kan raken.
– Bij capaciteitsafname op hellingen het
rijpedaal zachtjes terugnemen.
Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.
Over vaststaande hindernissen tot 50 mm
heen rijden:
Langzaam en voorzichtig in voorwaart-
se richting overheen rijden.
Over vaststaande hindernissen boven 50
mm heen rijden:
Er mag alleen over hindernissen heen
gereden worden met een geschikte op-
rijdrempel.
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij geopende
grofvuilklep kan de veegwals stenen of split
naar voren wegslingeren. Erop letten, dat
geen mensen, dieren of voorwerpen in ge-
vaar gebracht worden.
VOORZICHTIG
Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-
teriaal opvegen; dit kan leiden tot een be-
schadiging van het veegmechanisme.
VOORZICHTIG
Om een beschadiging van de vloer te ver-
mijden de veegmachine niet ter plaatse ge-
bruiken.
Instructie: Om een optimaal reinigingsre-
sultaat te krijgen, moet de rijsnelheid aan
de omstandigheden aangepast worden.
Instructie: Tijdens het gebruik moet het
veeggoedreservoir op gezette tijden gele-
digd worden.
Instructie: Bij oppervlaktereiniging alleen
veegrol laten zakken.
Instructie: Bij reiniging van zijranden ook
de zijbezems laten zakken.
Werking
Chauffeursstoel instellen
Programma's selecteren
Apparaat starten
Brandstofkraan openen
Gastoevoer openen
Apparaat starten
Apparaat verrijden
Vooruit rijden
1
Achteruit rijden
Rijgedrag
Remmen
Over hindernissen heen rijden
Veegbedrijf
66 NL
Loading ...
Loading ...
Loading ...