Karcher 1.042-210.0 WWP 45

Bedienungsanleitung - Page 18

For 1.042-210.0.

PDF File Manual, 92 pages, Read Online | Download pdf file

1.042-210.0 photo
Loading ...
Loading ...
Loading ...
18 Nederlands
Bewaar brandstof niet in de
buurt van open vuur of appa-
raten die een ontstekingsvlam
hebben of vonken vormen (bij-
voorbeeld kachels, verwar-
mingsketels of boilers).
Sproei geen starthulpspray in
het luchtfilter.
● Brandgevaar.
Houd tussen licht ontvlamba-
re voorwerpen en de geluid-
demper een minimumafstand
van 2 m aan.
Plaats het apparaat niet in
bos-, struik- of grasland-
schappen, tenzij de uitlaat met
een vonkenvanger werd uit-
gerust.
Houd kinderen en andere per-
sonen uit het werkbereik.
Gebruik het apparaat niet, als
het brandstofsysteem be-
schadigd of ondicht is. Contro-
leer het brandstofsysteem
regelmatig.
Laat het apparaat voor de op-
slag in gesloten ruimtes af-
koelen.
Gevaar voor elektrische schok
Raak de bougie of de ontste-
kingskabel niet aan, als het
apparaat in werking is.
WAARSCHUWING
● Gezondheidsrisico
Uitlaatgassen zijn giftig. Adem
geen uitlaatgassen in. Ge-
bruik het apparaat nooit in ge-
sloten ruimtes. Zorg voor
voldoende beluchting en af-
voer van emissiegassen.
Zorg ervoor dat in de buurt
van luchtinlaten geen uitlaat-
gasemissies optreden.
Voorkom herhaaldelijk of
langdurig contact van brand-
stof of motorolie en de huid en
adem geen brandstofdampen
in.
VOORZICHTIG
● Gevaar voor verbranding
Raak geen hete oppervlakken
zoals geluiddemper, cilinders
of koelribben aan.
Gevaar voor gehoorschade
Gebruik het apparaat niet zon-
der geluiddemper. Controleer
de geluiddemper regelmatig
en laat een defecte geluid-
demper vervangen.
LET OP
● Beschadigingsgevaar
Gebruik alleen originele delen
van de fabrikant.
Oude brandstof kan leiden tot
afzettingen in de carburateur
en kan zo het motorvermogen
negatief beïnvloeden. Gebruik
uitsluitend nieuwe brandstof.
Verstel geen regelveren of
stangen die kunnen leiden tot
verhoging van het motortoe-
rental.
Gebruik het apparaat niet met
verwijderd luchtfilter.
Trek niet aan het startkoord,
als het apparaat in werking is.
Let op voldoende beluchting
om oververhitting van het ap-
paraat te voorkomen.
Tap bij vorstgevaar het water
uit de pomp af.
Symbolen op het apparaat
WAARSCHUWING
Explosiegevaar, brandgevaar.
Benzine kan door ondeskundige hantering leiden tot
brand of explosies.
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat het apparaat
wordt gebruikt.
Gebruik het apparaat niet in gesloten ruimten of gedeel-
telijk omsloten terreinen.
Zet de motor vóór het tanken uit.
Tank alleen tot 16 mm onder de bovenrand van de tank,
zodat voldoende ruimte voor de eventuele expansie van
de brandstof overblijft.
VOORZICHTIG
Heet oppervlak
De uitlaat van het apparaat wordt tij-
dens bedrijf zeer heet en kan leiden tot
verbrandingen.
Vermijd contact met de uitlaat.
WAARSCHUWING
Gevaar voor gehoorschade en oog-
letsel.
Draag een veiligheidsbril en gehoorbe-
scherming wanneer u het apparaat ge-
bruikt.
Beschrijving apparaat
Afbeeldingen, zie omslagpagina
Afbeelding A
1 Apparaatschakelaar
2 Trekdraadstarter
3 Luchtfilter
4 Vulopening
5 Deksel brandstoftank
6 Brandstoftank
7 Oliepeilstok
8 Olieaftapplug
9 Uitgang
10 Zuigopening
11 Water-aftapschroef
12 Typeplaatje
13 Brandstofkraan
14 Chokehendel
15 Gashendel
Symbolen op het apparaat
Luchtfilter om de 50 uur reinigen, in stoffige omgevingen
om de 10 uur (zie "Verzorging en onderhoud/luchtfilter
reinigen").
Instructie voor het controleren van
het oliepeil.
Chokehendel
Gashendel
Eerste inbedrijfstelling
Olie bijvullen
1. Het apparaat horizontaal plaatsen.
2. De oliepeilstok eruit draaien.
3. De motorolie bijvullen.
Instructie: De motorolie is niet bij de leveringsom-
vang inbegrepen. De hoeveelheid en oliesoorten
staan vermeld in het hoofdstuk "Technische gege-
vens".
4. De oliepeilstok schoonvegen.
5. De oliepeilstok er helemaal insteken, maar niet vast-
schroeven.
6. De oliepeilstok eruit trekken. Het oliepeil moet zich
in het gemarkeerde deel van de oliepeilstok bevin-
den.
7. Bij een laag oliepeil de motorolie bijvullen.
8. De oliepeilstok erin draaien en vastdraaien.
Inbedrijfstelling
Oliepeil controleren
1. Het apparaat horizontaal plaatsen.
2. De oliepeilstok eruit draaien.
3. De oliepeilstok schoonvegen.
4. De oliepeilstok er helemaal insteken, maar niet in-
schroeven.
5. De oliepeilstok eruit draaien. Het oliepeil moet zich
in het gemarkeerde deel van de oliepeilstok bevin-
den.
6. Bij laag oliepeil de motorolie bijvullen.
7. De oliepeilstok erin draaien en vastdraaien.
Brandstof tanken
1. Het deksel van de brandstoftank eraf schroeven.
2. De brandstof tot maximaal de onderrand van de vu-
lopening vullen.
3. Het deksel van de brandstoftank erop zetten en
vastdraaien.
Pomp plaatsen
Het debiet van de pomp hangt zeer sterk af van de ge-
bruiksomstandigheden. De inachtneming van de vol-
gende regels leidt tot een optimaal vermogen.
Het hoogteverschil tussen wateroppervlak en pomp
zo gering als mogelijk houden.
De pomp zodanig opstellen dat de aanzuigslang zo
kort mogelijk is.
Een lange drukslang is voordeliger dan een lange
aanzuigslang.
Geen onnodig lange slangen gebruiken.
Slangen aansluiten
1. De slangklem op de aanzuigslang schuiven.
Afbeelding B
1 Aanzuigslang (niet meegeleverd)
2 Slangklem
3 Slangnippel
Loading ...
Loading ...
Loading ...