Loading ...
Loading ...
Loading ...
60
8.4. Buitenunit
[Fig. 8-20] (P.7)
Sluit de kabel van binnenunit goed aan op het aansluitblok.
Gebruik hetzelfde aansluitblok en dezelfde polariteit als die van de binnenunit.
Zorg dat de verbindingskabel wat langer is voor later onderhoud.
Beide uiteinden van de verbindingskabel (verlengsnoer) moeten worden
gestript. Zorg dat de voedingskabel net zo lang is als aangegeven in de af-
beelding door deze tot de juiste lengte te strippen.
Zorg dat de verbindingskabel niet in contact komt met de leidingen.
[Fig. 8-21] (P.7)
A Draai de aansluitblokschroef los
B Aansluitblok
C Stroomdraad
Voorzichtig:
Zorg dat de kabels goed worden aangesloten. (Fig. 8-21)
Draai de aansluitblokschroeven stevig vast om te voorkomen dat deze lost-
rillen.
Trek na het aandraaien van de schroeven zachtjes aan de kabels om zeker te
zijn dat deze niet kunnen schuiven.
Waarschuwing:
Zorg dat het onderhoudspaneel van de buitenunit stevig is bevestigd. Als dit
niet goed is bevestigd, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok, ver-
oorzaakt door stof, water enzovoort.
Draai de aansluitblokschroeven stevig vast.
Zorg bij het aanleggen van de bedrading dat er geen spanning wordt uitgeoe-
fend op de stroomkabels. Anders kan er hitte worden gegenereerd of brand
ontstaan.
8.5. Functie-instellingen
8.5.1 Instelling van de functies op het apparaat (de functies van het
apparaat selecteren)
1) FUNCTIE AUTO RESTART
Alleen voor de draadloze afstandsbediening [Fig. 8-22] (P.8)
Dit model is uitgerust met de functie AUTO RESTART (automatisch opnieuw starten).
De werkingsmodus, ingestelde temperatuur en de ventilatorsnelheid worden opge-
slagen op de besturingskaart van binnenunit als de binnenunit wordt bediend met de
afstandsbediening. De functie Auto Restart wordt ingeschakeld zodra de stroom-
toevoer na een stroomstoring is hersteld. De unit start dan automatisch opnieuw op.
8. Elektrische aansluitingen
8.5.2. Functie-instelling op het apparaat (Keuze van de werkings-
functies) [Fig. 8-22] (P.8)
Omschakelen van de voedingsspanning
Zorg vooral dat de voedingsspanning juist staat ingesteld op de plaatselijke net-
spanning.
1 Ga naar de functiekeuzestand
Druk tweemaal achtereen op de CHECK controletoets F.
(Verricht deze handelingen wanneer het scherm van de afstandsbediening is ge-
doofd.)
De aanduiding
CHECK
licht op en 00gaat knipperen.
Druk eenmaal op de TEMP toets C om in te stellen op 50. Richt de draadloze
afstandsbediening op de ontvanger van het binnenapparaat en druk op de Uren-
toets A.
2 Instellen van het apparaatnummer
Druk op de TEMP toets C en D om het apparaatnummer in te stellen op 00.
Richt de draadloze afstandsbediening op de ontvanger van het binnenapparaat
en druk op de Minutentoets B.
3 Keuze van de juiste stand
Voer 04 in om de voedingsspanning om te schakelen met behulp van toetsen C
en D.
Richt de draadloze afstandsbediening op de ontvanger van het binnenapparaat
en druk op de Urentoets A.
Huidig ingesteld nummer: 1 = 1 piepje (een seconde)
2 = 2 piepjes (elk een seconde)
3 = 3 piepjes (elk een seconde)
4 Keuze van het instelnummer
Gebruik de C en D toetsen om de voedingsspanning om te schakelen naar 01
(240 V).
Richt de draadloze afstandsbediening op de ontvanger van het binnenapparaat
en druk op de Urentoets A.
5 Doorlopend kieze van meerdere functies achtereen
Herhaal de stappen 3 en 4 om meerdere functies achtereen in te stellen.
6 Afronden van de functiekeuze
Richt de draadloze afstandsbediening op de ontvanger van het binnenapparaat
en druk op de AAN/UIT toets E.
Opmerking:
Telkens wanneer u wijzigingen maakt in de functie-instellingen na installatie
of onderhoud, dient u die te noteren met een vinke in de “Instellingen” kolom
van de functietabel.
8.5.3 Functie-instelling op de afstandsbediening
Zie de bedieningshandleiding van het binnenapparaat.
9.1. Voordat u gaat proefdraaien
s Controleer nadat u de binnen-en buitenapparaten, inclusief pijpen en bedra-
ding, volledig heeft geïnstalleerd het geheel op lekken van koelstof, losse
elektrische contacten in voeding of besturingsbedrading en polariteit en
controleer of er geen verbreking van een fase in de voeding is.
s Controleer met behulp van een megohmmeter van 500 volt of de weerstand
tussen de netspanningsaansluitpunten en de aarde minimaal 1,0 M bedraagt.
s Voer deze test niet uit op de aansluitpunten van de besturingsbedrading
(laagspanningscircuit).
9. Proefdraaien
Waarschuwing:
U mag de airconditioner niet gebruiken als de isolatieweerstand minder dan
1,0 M bedraagt.
Isolatieweerstand
Na de installatie of nadat de voeding van het apparaat langere tijd is uitgeschakeld,
daalt de isolatieweerstand tot onder 1 M door de ophoping van koelstof in de
compressor. Dit is geen storing. Volg de onderstaande procedures.
1. Haal de bedrading van de compressor los en meet vervolgens de isolatieweerstand
van de compressor.
Functietabel
Selecteer eenheidnummer 00
Selecteer eenheidnummers 01 tot en met 03 of alle nummers (AL [afstandsbediening met snoer]/07 [draadloze afstandsbediening])
*1 Als de voeding terugkeert, zal de airconditioning 3 minuten later beginnen.
Modus
Filterteken
Externe statische druk
Instellingen
100 uur
2500 uur
Geen filtertekenindicator
15 Pa
35 Pa
50 Pa
Gekij aan de instelling voor modus nr. 08.
5 Pa (stel de contactmodus voor nummer 08 tot 1)
Modusnummer
Instellingsnummer
Begininstelling
Instelling
1
07 2
3
1
08 2
3
1
10
2
Instellingen
Niet beschikbaar
Beschikbaar
Binnenapparaat gemiddelde werking
Instellen met afstandsbediening van binnenapparaat
Interne sensor van afstandsbediening
Niet ondersteund
Ondersteund (binnenapparaat is niet voorzien van buitenluchttoevoer)
Ondersteund (binnenapparaat is voorzien van buitenluchttoevoer)
De energiebesparingscyclus wordt automatisch ingeschakeld
De energiebesparingscyclus wordt automatisch uitgeschakeld
Modusnummer
Instellingsnummer
Begininstelling
Instelling
1 (*1)
01
2
1
02 2
3
1
03 2
3
1
05
2
Modus
Automatisch herstel van stroomuitval *1
(functie Auto Restart)
Binnentemperatuurdetectie
LOSSNAY-verbinding
Automatisch
KB79H173H01_nl.p65 07.7.10, 4:25 PM60
Loading ...
Loading ...
Loading ...