Loading ...
Loading ...
Loading ...
Nederlands
58
PROBLEME CAUSES POSSIBLES SOLUTIONS
De regelaar
regelt de druk
niet.
De regelaar of zijn interne onderdelen
zijn vuil of beschadigd.
Vervang de regelaar.
De druk is
laag of er is
onvoldoende
lucht.
Er is een lek in een van de verbindingen.
Controleer de verbindingen met zeepwater. Span
verbindingen aan of maak ze opnieuw vast (gebruik
loodgieters plakband op draden). Span niet teveel
aan.
De tankdraineerklep is open. Sluit de draineerklep
De luchtinlaat wordt gehinderd. Reinig de ventilatieopeningen op de motorbehuizing.
Langdurig, overmatig gebruik van
lucht.
Verminder de hoeveelheid gebruikte lucht.
Er is een gat in de luchtbuis. Controleer de luchtbuis en vervang, indien nodig.
De tank lekt.
Vervang de tank onmiddellijk. Probeer deze niet te
herstellen.
De klep lekt.
Controleer op versleten onderdelen en vervang
indien nodig.
Er bevindt zich
vocht in de
uitlaatlucht.
Er bevindt zich condensatie in de
luchttank, veroorzaakt door de hoge
atmosferische vochtigheid of omdat de
luchtcompressor nog niet lang genoeg
draait.
Draineer de luchttank na elk gebruik. Draineer de
luchttank vaker bij vochtig weer en gebruik een
luchtlijnafsteller.
De compressor
oververhit.
Ontoereikende ventilatie.
Plaats de compressor terug op een koele, droge
plaats met een goede luchtcirculatie.
Koeloppervlakken zijn vuil.
Reinig alle koeloppervlakken op de pomp en motor
grondig.
De klep lekt.
Vervang alle versleten onderdelen en plaats ze met
behulp van Teon-plakband terug
Loading ...
Loading ...
Loading ...