User Manual - Page 69

For 11860500.

Loading ...
Loading ...
Loading ...
- 7
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Tijdens het ledigingsproces mogen
geen personen en dieren in het zwenk-
bereik van het vuilreservoir staan.
Kantelgevaar!
Zet het apparaat tijdens het ledigings-
proces op een effen oppervlak neer.
WAARSCHUWING
Knelgevaar!
Nooit in het hefboomstelsel van het le-
gingsmechanisme grijpen. Ga niet on-
der het opgetilde reservoir staan.
LET OP
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
Tijdens het ledigingsproces bestaat ge-
vaar van wegspattend materiaal door
de draaiende veegwals. Houd voldoen-
de afstand aan.
Veegwals en zijbezem met bedienings-
hendels optillen: bedieningshendel 1 in
het midden en bedieningshendel 3 naar
voren.
Sluit het reservoirdeksel, breng daartoe
de bedieningshefboom (4) naar achte-
ren.
Instructie: Het groene indicatielampje
moet branden.
Til het vuilreservoir op, breng daartoe
de bedieningshefboom vuilreservoir (2)
naar achteren.
Langzaam naar de verzamelbak rijden.
Parkeerrem vastzetten.
Open het reservoirdeksel, duw daartoe
de bedieningshefboom reservoirdeksel
(4) naar voren en maak het vuilreservoir
leeg.
Instructie: Het rode indicatielampje
moet branden.
Sluit het reservoirdeksel, breng daartoe
de bedieningshefboom reservoirdeksel
(4) naar achteren tot het in de eindstand
is gekanteld.
Instructie: Het groene indicatielampje
moet branden.
Parkeerrem losmaken.
Langzaam van de verzamelbak wegrij-
den.
Laat het vuilreservoir in de eindstand
zakken, breng daartoe de bedienings-
hefboom vuilreservoir (2) naar voren.
Rempedaal induwen en ingedrukt hou-
den.
Parkeerrem vastzetten.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
GEVAAR
Transportschade!
Neem het leeggewicht (transportge-
wicht) van het apparaat bij het transpor-
teren op aanhangwagens of voertuigen
in acht.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Apparaat aan de vastsjorpunten (4x)
met spankabels, koorden of kettingen
zekeren.
Apparaat aan de wielen met spieën
vastzetten.
Klem de batterij af bij het transport van
de veegmachine.
GE
VAAR
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
Zet de veegmachine weg op een effen
oppervlak in een droge, vorstvrije om-
geving. Bescherm tegen stof met af-
dekmateriaal.
Keerrol en zijbezems ophalen om de
borstels niet te beschadigen.
Sluit het reservoirdeksel.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Veegmachine tegen wegrollen beveili-
gen.
Als de veegmachine gedurende lange tijd
niet gebruikt wordt, moet tevens het vol-
gende in acht genomen worden:
Veegmachine aan de binnen- en bui-
tenkant reinigen.
Batterijstekker uit de machine trekken.
Batterij opladen en na ongeveer 2
maanden opnieuw herladen.
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar door kortsluiting!
Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie of vóór het openen van elek-
trische afdekkingen moet de batterij of
de batterijstekker worden losgekop-
peld.
LET OP
Beschadigingsgevaar!
Fijnstoffilter niet uitspoelen.
Reparaties mogen uitsluitend door
goedgekeurde klantenservicewerk-
plaatsen of door vaklui voor dit gebied
worden uitgevoerd die met de betref-
fende veiligheidsvoorschriften ver-
trouwd zijn.
Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-
paratuur dient volgens VDE 0701 op
veiligheid te worden gecontroleerd.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar!
Het schoonmaken van het apparaat
mag niet met een waterslang of hoge-
drukstraal gebeuren (gevaar van kort-
sluiting of andere schades).
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Draag een stofmasker en een veilig-
heidsbril.
Apparaat met een doek reinigen.
Apparaat met perslucht uitblazen.
Apparaat met een vochtige, in een mild
zeepsopje gedrenkte doek reinigen.
Instructie: Geen agressieve reinigings-
middelen gebruiken.
Instructie: De bedrijfsurenteller geeft het
tijdstip van de onderhoudsintervallen aan.
Instructie: Alle service- en onderhouds-
werken bij onderhoud door de klant, dienen
door een gekwalificeerde vakman uitge-
voerd te worden. Indien nodig kan altijd een
Kärcher-specialist geraadpleegd worden.
Onderhoud dagelijks:
Batterijlaadtoestand controleren, indien
nodig batterij opladen (zie hoofdstuk
„Batterijen opladen“)
Keerwa
ls en zijborstel controleren op
slijtage en in elkaar gewikkelde ban-
den.
Wielen controleren op in elkaar ge-
draaide banden.
Werking van alle bedieningsonderdelen
controleren.
Apparaat op beschadigingen controle-
ren.
Stoffilter met de toets Filterreiniging rei-
nigen.
Onderhoud wekelijks:
Hydraulisch systeem controleren.
Oliepeil van het hydraulisch systeem
controleren.
Remvloeistofpeil controleren.
Pakkingranden op slijtage controleren,
indien nodig vervangen
Reservoirklep controleren en smeren.
Onderhoud na slijtage:
Afdichtlijsten vervangen.
Veeggoedcontainer leegmaken
Apparaat uitschakelen
Transport
Opslag/stillegging
Onderhoud
Algemene aanwijzingen
Reiniging
Reiniging binnenkant apparaat
Reiniging buitenkant apparaat
Onderhoudsintervallen
Onderhoud door de klant
71NL
Loading ...
Loading ...
Loading ...