Loading ...
Loading ...
Loading ...
- 29 -
Opgelet
1. Om voedsel dat een beetje water bevat te verpakken
Het water zal in het apparaat stromen, wat tot een storing zal leiden. Verwijder het vocht met
keukenpapier of wikkel het eerst in huishoudfolie voordat u het voedsel vacumeert. Vries het voedsel
eerst lichtjes in om het eenvoudiger te vacumeren.
2. Voedsel in poedervorm verpakken
Het poeder kan worden ingeademd. Stop het voedsel eerst in een plastic wegwerpzak voordat u het
vacumeert.
3. Fruit en groente verpakken
Het wordt niet aangeraden om fruit en groente te verpakken die broos zijn of een hoog watergehalte
hebben. Tijdens het vacumeren zal het voedsel onder druk komen te staan om extra water en druk te
genereren zodat de zak bol komt te staan.
Alle groenten (waaronder broccoli, spruitjes, kool, bloemkool, boerenkool, rapen) geven natuurlijke
gassen af en zwellen na enkele dagen in de vacuümzak op. Het wordt dan ook aanbevolen om ze van te
voren in te vriezen en ze na het vacuüm verpakken gekoeld te houden.
4. Vloeibaar voedsel verpakken
Dit mag niet worden gevacumeerd, alleen verzegelen is mogelijk.
Tijdens het verzegelen van het vloeibaar voedsel, zorg dat het apparaat zich hoger dan het voedsel
bevindt.
Bewaring
Het wordt aangeraden om vacuümverpakt voedsel (uitgezonderd gedroogd voedsel) in de diepvries te
bewaren.
Voor verpakte groente, eet het binnen de 2 weken op om bederf te vermijden.
Magnetron
Als u het vacuümverpakte voedsel in een magnetron wilt opwarmen, maak eerst een gat in de plastic zak.
GESCHIKT VOOR ONTDOOIING IN DE MAGNETRON TOT MAX. 70 °C.
REINIGING
1. Haal de stekker uit het stopcontact. Laat het apparaat volledig afkoelen voordat u het reinigt.
2. Maak het apparaat schoon met een licht bevochtigde, zachte doek. Bewaar het apparaat altijd met de
kap ontgrendeld.
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
Als er een storing optreedt, controleer het volgende:
Problemen
Mogelijke oplossingen
Apparaat werkt niet
1. Controleer of de stekker in het stopcontact zit.
2. Controleer of de stekker beschadigd is.
3. Controleer of het apparaat ononderbroken wordt gebruikt.
Apparaat verzegelt
niet
1. Controleer of de zak gevouwen of niet vlak is.
2. Controleer of de kap juist is vergrendeld
3. Controleer of het verwarmingslint beschadigd is.
4. Controleer of er zich geen etensresten langs de verzegelingslijn bevinden.
Loading ...
Loading ...
Loading ...