Loading ...
Loading ...
Loading ...
NL
193
Draai de bovenste slangfitting op het
bovendeel van de kraan, zodat deze handvast
aangedraaid zit, Afb. 3e.
A= Grijze slang
B= Waterleiding
C= Sensorkabel
Afb. 4
Voorbereiden voor installatie van
de achterplaat
Verwijder de motorbehuizing van de
achterplaat door op de grendel aan de
onderkant te drukken en de plaat op te
tillen zoals getoond in Afb. 4a. Bewaar de
motorbehuizing veilig totdat deze nodig is.
Verwijder de leidinggoot en de snoergoot
van de achterplaat met gebruik
van een torxschroevendraaier T15,
Afb. 4b en 4c. Bewaar ze veilig samen met de
bevestigingsmiddelen totdat ze nodig zijn.
Afb. 5
De achterplaat en de slang installeren
De achterplaat kan op drie manieren worden
gepositioneerd: verticaal of 90ยบ horizontaal
links of rechts. De vrije ruimte vanaf de vloer
moet minimaal 100 mm zijn, zie Afb. 5a.
Zorg ervoor dat de achterplaat zo is
geplaatst dat de slang eenvoudig kan
worden bevestigd.
Plaats de motor NIET ondersteboven met
de slang omlaag gericht of boven de kraan
geplaatst, zie Afb. 5b.
Markeer de positie waar de achterplaat tegen
de muur moet komen.
Kabelingang
De kabel kan vanaf de onderzijde of vanaf de
muur direct aan de achterkant van de unit via
de kabelingang aan de achterzijde worden
aangevoerd. Beslis voordat u begint waar
deze moet komen.
Als u kiest voor kabelinvoer via de
onderzijde, gebruik dan een tang om het
voorgemarkeerde uitbreekbare paneel op de
onderzijde van de achterplaat te verwijderen.
Vijl de randen van het uitbreekbare gedeelte
glad, Afb. 5c.
Waterinvoer
De wateraansluiting wordt aan de
linkerkant van de achterplaat gemaakt.
De wateraansluiting kan niet worden
gedraaid binnen de achterplaat, Afb. 5d.
Afb. 6
Installatie achterplaat
Als de kabel rechtstreeks vanaf de muur via
de achterplaat moet worden doorgevoerd,
trek de stroomkabel dan eerst door
de achterplaat voordat u deze aan de
muur bevestigt.
Gebruik de juiste bevestigingsmaterialen om
de achterplaat aan de muur te bevestigen,
Afb. 6.
Gebruik geen verzonken schroeven.
Afb. 1
Positie
Plaats de kraan over het midden van de
wastafel, Afb. 1.
Boor indien nodig een gat met een diameter
van 35 mm in het werkoppervlak.
Afb. 2
Kraaninstallatie
Schuif de rubberen pakkingring van 1 mm
om het bovendeel van de kraan, Afb. 2a.
Steek het bovendeel en de daaraan
bevestigde waterslang en communicatiekabel
door het gat in het werkblad. Controleer of
de rubberen afdichting van 1 mm onder de
kraan gelijkmatig en vlak is.
Controleer of de kraan op de juiste plek
boven de gootsteen zit.
Schuif de rubberen pakkingring van 3,5 mm
om het bovendeel van de kraan.
Steek de schroeven in de koperen borgring en
draai deze lichtjes vast om ze op hun plaats
te houden.
Schuif de metalen pakking om het bovendeel
van de kraan.
Schroef de koperen borgmoer op het
bovendeel van de kraan en laat een ruimte
van maximaal 5 mm over tussen de metalen
pakking en de koperen borgmoer.
Draai de schroeven door de koperen
borgmoer in de metalen pakking aan, totdat
deze handvast aangedraaid zijn.
A= Rubberen afdichting van 1 mm
B= Bovendeel van kraan
C= Waterleiding
D= Sensorkabel
E= Afdichting van 3,5 mm
F= Metalen pakking
G= Koperen borgmoer
H= 2 x schroeven
Afb. 3
Slanginstallatie
Schuif de grijze slang omhoog over de
waterleiding en sensorkabel, Afb. 3a.
Steek de waterleiding door het linkeruiteinde
van de slang zoals getoond in Afb. 3b.
Gebruik een waterpomptang om de
waterleiding voorzichtig omhoog te trekken
tot aan de dikke witte lijn, Afb. 3c.
Zorg ervoor dat de pakkingring om de
waterleiding nauwsluitend in de slang past,
zodat deze luchtdicht is, Afb. 3b.
Steek de sensorkabel door het rechter
uiteinde, waarbij u voorzichtig trekt bij
het doorvoeren, Afb. 3b. Gebruik GEEN
waterpomptang, omdat deze de elektrische
aansluitingen kan beschadigen, Afb. 3c.
Zorg ervoor dat de pakkingring om de kabel
nauwsluitend in de slang past, zodat deze
luchtdicht is, Afb. 3d. Siliconenvet kan worden
gebruikt om te helpen bij de installatie.
Stapsgewijs
Loading ...
Loading ...
Loading ...