Loading ...
Loading ...
Loading ...
44 | Nederlands
1 609 92A 1YH | (7.9.16) Bosch Power Tools
Montage
Batterijen inzetten of vervangen
Voor het gebruik van het meetgereedschap worden alkali-
mangaanbatterijen of accu’s geadviseerd.
Als u het batterijvakdeksel 5 wilt openen, drukt u op de ver-
grendeling 6 en klapt u het batterijvakdeksel open. Plaats de
batterijen of accu’s. Let daarbij op de juiste poolaansluitin-
gen, zoals aangegeven op de binnenzijde van het batterijvak-
deksel.
De batterijwaarschuwing p geeft aan wanneer de batterijen of
accu’s leeg worden:
max. 30 % vermogen aanwezig,
max. 10 % vermogen aanwezig.
Als de batterijwaarschuwing p met leeg batterijsymbool knip-
pert, moeten de batterijen of accu's worden vervangen. Me-
tingen zijn niet meer mogelijk.
Vervang altijd alle batterijen of accu’s tegelijkertijd. Gebruik
alleen batterijen of accu’s van één fabrikant en met dezelfde
capaciteit.
Neem de batterijen of accu’s uit het meetgereedschap
als u het langdurig niet gebruikt. Als de batterijen of ac-
cu’s lang worden bewaard, kunnen deze gaan roesten en
leegraken.
Gebruik
Ingebruikneming
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
peraturen of temperatuurschommelingen. Laat het bij-
voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst op
de juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-
melingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap nadelig worden beïnvloed.
Let op een correcte acclimatisering van het meetge-
reedschap. Bij sterke temperatuurschommelingen van de
acclimatiseringstijd tot 30 minuten bedragen. Dit kan bij-
voorbeeld het geval zijn als u eerst een meting in de koele
kelder uitvoert en daarna op de warme zolder gaat.
Voorkom heftige schokken of vallen van het meetge-
reedschap.
De luchtvochtigheids- en temperatuursensor 1, de ont-
vangstlens 2 en de laseruitgangsopening 3 niet afslui-
ten of afdekken.
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen, heeft u de vol-
gende mogelijkheden:
Schakel het meetgereedschap in met de aan/uit-toets 13.
Na een korte startsequentie is het meetgereedschap ge-
reed voor gebruik met de instellingen (bedrijfsmodus,
emissiegraad) die waren opgeslagen toen het de laatste
Meetnauwkeurigheid (kenmerkend)
Oppervlaktetemperatuur
1) 2)
–<+10°C
+10...30 °C
–+30...90°C
–>+90°C
Omgevingstemperatuur
typisch
Relatieve luchtvochtigheid
2)
–<20%
20...60 %
–60...90%
±3 °C
±1 °C
±3 °C
±5 %
±1 °C
±3 %
±2 %
±3 %
Lens (verhouding meetafstand :
meetvlek)
3) 4)
10 : 1
Bedrijfstemperatuur
–10...+40 °C
Bewaartemperatuur
–20...+70 °C
Laserklasse
2
Lasertype (typisch)
635 nm, <1 mW
Diameter laserstraal (bij 25 °C) ca.
op 0 m afstand
– op 10m afstand
4 mm
5)
10 mm
5)
Batterijen
Accu’s
2 x 1,5 V LR06 (AA)
2 x 1,2 V HR06 (AA)
Gebruiksduur ca.
9h
Gewicht volgens
EPTA-Procedure 01:2014
0,28 kg
Afmetingen
(lengte x breedte x hoogte) 124 x 53 x 180 mm
Het serienummer 17 op het typeplaatje dient voor de een-
duidige identificatie van uw meetgereedschap.
1) bij 0,751,25 m meetafstand tot oppervlak
2) bij een omgevingstemperatuur van 22 °C
3) Vermelding volgens VDI/VDE 3511 blad 4.3 (verschijningsdatum juli
2005); geldt voor 90 % van het meetsignaal.
In alle bereiken buiten de weergegeven grootheden in de technische ge-
gevens kunnen afwijkingen van de meetresultaten optreden.
4) Heeft betrekking op infraroodmeting, zie grafiek:
5) De breedte van de laserlijn is afhankelijk van het soort oppervlak en
van omgevingsomstandigheden.
Thermodetector PTD 1
1,7 cm
10 cm
0,17 m
1 m
OBJ_BUCH-1625-003.book Page 44 Wednesday, September 7, 2016 11:24 AM
Loading ...
Loading ...
Loading ...