User Manual - Page 134

For 0603672201.

Loading ...
Loading ...
Loading ...
134 | Nederlands
Het meetgereedschap mag tijdens een meting niet bewogen worden (met uitzondering
van de functies continumeting en hellingmeting). Leg daarom het meetgereedschap in-
dien mogelijk tegen een vast aanslag- of oplegvlak.
Invloeden op het meetbereik
Het meetbereik hangt van de lichtomstandigheden en de reflectie-eigenschappen van
het doelvlak af. Gebruik voor een betere zichtbaarheid van de laserstraal bij werkzaam-
heden buiten en bij fel zonlicht de laserbril (10) (accessoire) en het laserrichtbord (11)
(accessoire) of beschaduw het doelvlak.
Invloeden op het meetresultaat
Vanwege bepaalde fysische eigenschappen van materialen kunnen bij metingen op som-
mige oppervlakken foute metingen niet worden uitgesloten. Daartoe behoren:
transparante oppervlakken (bijv. glas, water)
spiegelende oppervlakken (bijv. gepolijst metaal, glas)
poreuze oppervlakken (bijv. isolatiemateriaal)
gestructureerde oppervlakken (bijv. ruw pleisterwerk, natuursteen).
Gebruik eventueel op deze oppervlakken het laserrichtbord (11) (accessoire).
Foute metingen zijn bovendien mogelijk op doelvlakken waarop schuin wordt gericht.
Ook kunnen luchtlagen met verschillende temperaturen of indirect ontvangen reflecties
de meetwaarde beïnvloeden.
Nauwkeurigheidscontrole en kalibrering van de hellingmeting
In de modi „Hellingmeting“, „Digitale waterpas“ en „Indirecte afstandsmeting“ wordt de
hellingsensor gebruikt. Bij gebruik van deze modi adviseren wij een regelmatige kalibre-
ring (zie „Menu Basisinstellingen“, Pagina129). Volg de aanwijzingen op het touchs-
creen.
Na sterke temperatuurveranderingen en na stoten raden we u een nauwkeurigheidscon-
trole aan en evt. een kalibrering van het meetgereedschap. Na een temperatuurverande-
ring moet het meetgereedschap zich een tijdje aan de temperatuur aanpassen, voordat
een hellingkalibrering plaatsvindt.
Na sterke temperatuurschommelingen stelt het meetgereedschap automatisch een kali-
brering voor.
Nauwkeurigheidscontrole van de afstandsmeting
U kunt de nauwkeurigheid van de afstandsmeting als volgt controleren:
Kies een duurzaam onveranderlijke meetafstand van ca. 3 tot 10meter, waarvan u de
lengte precies kent (bijvoorbeeld kamerbreedte, deuropening). De meetafstand moet
in de binnenruimte liggen, het doelvlak van de meting moet glad en goed reflecterend
zijn.
1 609 92A 4P1 | (17.01.2019) Bosch Power Tools
Loading ...
Loading ...
Loading ...