Loading ...
Loading ...
Loading ...
50 Nederlands
Het apparaat lekt De uitlaatklep in de watertank is vuil. 1. Reinig de uitlaatklep, zie De uitlaatklep in
het waterreservoir reinigen.
De middendrukslang is niet goed aange-
sloten op het apparaat.
1. De middendrukslang niet van het apparaat
losmaken zolang het apparaat is aangeslo-
ten op de watertoevoer of in de watertank
is geplaatst.
2. Voordat u de middendrukslang van het ap-
paraat losmaakt, moet u de watertoevoer
afsluiten of het apparaat uit de watertank
verwijderen, zie Waterafname uit water-
tank.
De afdichtingsring op het aansluitstuk
van de middendrukslang is beschadigd.
1. De afdichtingsring vervangen.
De afdichtingsring op de koppeling is be-
schadigd.
1. De afdichtingsring vervangen.
Geringe lekkage van het apparaat ligt
aan de constructie en is normaal.
1. Bij grotere lekkage van het apparaat, het
door de KÄRCHER Service laten controle-
ren.
De middendrukslang lekt De middendrukslang is niet goed aange-
sloten op het middendrukpistool.
1. De middendrukslang niet losmaken van
het middendrukpistool zolang het apparaat
is aangesloten op de watertoevoer of in de
watertank is geplaatst.
2. Voordat u de middendrukslang losmaakt
van het middendrukpistool, moet u de wa-
tertoevoer afsluiten, zie Aansluiting op een
waterleidingof het apparaat verwijderen
van de watertank, zie Waterafname uit wa-
tertank.
De afdichtingsring op het aansluitstuk
van de middendrukslang is beschadigd.
1. De afdichtingsring vervangen.
De middendrukslang is beschadigd. 1. De middendrukslang onmiddellijk vervan-
gen. De middendrukslang niet repareren.
Het apparaat loopt droog Het fijnfilter is vuil. 1. De fijnfilter reinigen, zie Fijnfilter reinigen.
De toegevoerde waterhoeveelheid is te
gering.
1. Controleren of aan de vereisten voor wa-
tertoevoer is voldaan, zie Watertoevoer tot
stand brengen.
2. Controleren of het apparaat goed is aange-
sloten op de watertoevoer en ontlucht, zie
Aansluiting op een waterleiding, Wateraf-
name uit watertankof Water uit open reser-
voirs aanzuigen.
3. Voordat u het apparaat weer inschakelt 20
seconden wachten of het apparaat laten
afkoelen (de schakelaar voor motorbe-
scherming is geactiveerd, zie Schakelaar
voor motorbescherming).
Het apparaat is te warm
of te koud
De schakelaar voor motorbescherming
werd geactiveerd, zie Schakelaar voor
motorbescherming.
1. Het apparaat laten afkoelen of opwarmen.
2. De maximale omgevingstemperatuur in
acht nemen, zie Technische gegevens.
3. Het apparaat niet in de zon zetten of ge-
bruiken/bewaren buiten het toegestane be-
reik van omgevingstemperatuur.
Fout Oorzaak Remedie
Loading ...
Loading ...
Loading ...