Loading ...
Loading ...
Loading ...
Functies nl
9
Functie Gebruik
Reiniging Reinigingsfunctie voor de binnenruimte
kiezen.
→"Reinigingsondersteuning",
Pagina29
→"Ontkalken", Pagina30
→"Drogen", Pagina30
Basisinstel-
lingen
Basisinstellingen aanpassen.
→"Basisinstellingen", Pagina23
HomeConnect
Met HomeConnect kunt u de oven met een mobiel
eindapparaat verbinden en op afstand bedienen om de
volledige functionaliteit van het apparaat te benutten.
Al naar gelang het apparaattype kunt u met de Ho-
meConnect app extra of uitgebreide functies voor uw
apparaat benutten. Informatie daarover kunt u vinden in
de app.
→"HomeConnect ", Pagina24
5.1 Verwarmingsmethoden
Om altijd de passende verwarmingsmethode voor uw
gerechten te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over
de verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Wanneer u een verwarmingsmethode kiest, stelt het ap-
paraat u een passende temperatuur of stand voor. U
kunt de waarde overnemen of wijzigen in het weerge-
geven gebied.
Bij grillstand3 verlaagt het apparaat de temperatuur na
ca. 40minuten naar grillstand1.
Sym-
bool
Verwarmingsmetho-
de
Temperatuurbe-
reik
Gebruik en werkwijze
4D-hetelucht 30 - 250°C Op één of meer niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Boven- en onder-
warmte
30 - 250°C Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmings-
methode is bijzonder geschikt voor gebak met vochtige bedek-
king.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Eco hetelucht 125-250°C Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op één niveau voor-
zichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte. Het pro-
duct wordt in fasen bereid met behulp van restwarmte.
Houd de deur van het apparaat tijdens het bereiden gesloten.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het ener-
gieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklasse ge-
bruikt.
Air Fry 30 - 250°C Knapperig garen op een niveau met weinig vet. Bijzonder ge-
schikt voor normaal in vet gefrituurde gerechten, bijv. frites.
De ventilator wervelt met hoge snelheid de hitte van de grillele-
menten rond het gerecht. De afvoerlucht wordt versterkt uit de
binnenruimte getrokken.
Boven- en onder-
warmte Eco
150-250°C Gekozen gerechten voorzichtig garen.
De warmte komt van boven en van onderen.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van
het energieverbruik in de conventionele modus.
Circulatiegrillen 30 - 250°C Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit.
De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Grill, groot Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Platte producten, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerech-
ten gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Grill, klein Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Kleine hoeveelheden grillen, zoals steak, worstjes of toast. Kleine
hoeveelheden gratineren.
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
Pizzastand 30 - 250°C Pizza's of gerechten klaarmaken die veel warmte van onderen
nodig hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterwand zijn ingeschakeld.
Loading ...
Loading ...
Loading ...