Loading ...
Loading ...
Loading ...
nl De Bediening in essentie
14
8.
LET OP!
Water op de bodem van de binnenruimte bij tempe-
raturen boven de 120°C leidt tot schade aan het
emaille.
Geen programma starten wanneer zich water op
de bodem van de binnenruimte bevindt.
Voor gebruik het water van de bodem van de
binnenruimte opnemen.
Volgende instellingen uitvoeren:
Verwarmingsmethode 4Dhetelucht
Temperatuur maximaal
Tijdsduur 30 minuten
→"De Bediening in essentie", Pagina14
9.
In werking stellen.
Zorg ervoor dat de keuken geventileerd is zolang
het apparaat verwarmt.
a Wanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing dat de werking is beëindigd.
10.
Schakel het apparaat uit met ⁠.
11.
Reinig gladde oppervlakken in de binnenruimte met
zeepsop en een schoonmaakdoekje reinigen als het
apparaat is afgekoeld.
12.
Reinig de accessoires grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje of een zachte borstel.
13.
Het apparaat drogen.
→"Na elk gebruik met stoom", Pagina20
Opmerking:Na een stroomuitval blijft de kalibratie be-
houden.
Om het apparaat na een verhuizing aan de nieuwe op-
stellingslocatie aan te passen, zet u de basisinstellin-
gen naar de fabrieksinstelling terug. De kalibratie op-
nieuw uitvoeren.
De Bediening in essentie
8  De Bediening in essentie
8.1 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in met
⁠.
a Op het display verschijnt het menu.
8.2 Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet nodig
heeft. Wanneer u het apparaat langere tijd niet bedient,
gaat het automatisch uit.
Schakel het apparaat uit met
⁠.
a Het apparaat gaat uit. Lopende functies worden af-
gebroken.
a Op het display verschijnt de tijd of de restwarmte-in-
dicatie.
8.3 In werking stellen
Elke functie moet u starten.
LET OP!
Water op de bodem van de binnenruimte bij temperatu-
ren boven de 120°C leidt tot schade aan het emaille.
Geen programma starten wanneer zich water op de
bodem van de binnenruimte bevindt.
Voor gebruik het water van de bodem van de bin-
nenruimte opnemen.
Start de werking met
⁠.
a Op het display verschijnen de instellingen.
8.4 Werking onderbreken
U kunt de werking onderbreken en weer hervatten.
1.
Druk op
om de werking te onderbreken.
2.
Druk opnieuw op om de werking te hervatten.
8.5 Functie instellen
Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, verschijnt het
menu op het display.
1.
Om in de verschillende keuzemogelijkheden te bla-
deren, over het display vegen.
Om in het menu en andere instelmogelijkheden
te bladeren, naar rechts of links vegen.
Om in keuzelijsten te bladeren, omlaag of om-
hoog vegen.
2.
Om een functie te kiezen, op de functie in het dis-
play drukken.
a Al naar gelang de functie verschijnen mogelijke in-
stelwaarden of andere opties waaruit kan worden
gekozen.
3.
Om indien nodig een instelling terug te gaan, op
drukken.
4.
Om instelwaarden te wijzigen, de digitale instelring
gebruiken:
Over de instelring vegen, al naar gelang de ge-
wenste instelling rechts- of linksom.
Of op een bepaalde positie aan de instelring
drukken.
5.
De instelling met bevestigen.
6.
Start de werking met ⁠.
7.
Wanneer de werking is beëindigd:
Indien nodig kunt u verdere instellingen invoeren
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met wanneer het ge-
recht klaar is.
Opmerking:Uw instellingen kunt u als "Favorieten"
opslaan en opnieuw gebruiken.
→"Favorieten", Pagina22
8.6 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
1.
Druk in het menu op "Verwarmingsmethoden".
2.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
3.
Druk op de temperatuur in °C of, afhankelijk van de
verwarmingsmethode, op de instelstand.
4.
Stel de temperatuur in met de instelring.
5.
Druk in het display op
om de ingestelde tempera-
tuur te bevestigen.
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken:
→"Snel voorverwarmen", Pagina15
→"Tijdfuncties", Pagina16
→"Stoom", Pagina17
Loading ...
Loading ...
Loading ...