Loading ...
Loading ...
Loading ...
143
BEDIENING VAN HET MODEL MET DUBBELE DEUR
Temperatuur aanpassen
Volg deze punten:
De temperatuur in de koelkast en het vriesgedeelte wordt geregeld met de
temperatuurregelaar op de binnenwand van het koelkastgedeelte. We raden u sterk aan om
een vriezerthermostaat te gebruiken om te controleren of de temperatuur lager is dan -18°C
voordat u voedsel in de diepvriezer legt. Dit kan 2-3 uur duren.
De markeringen op de knop zijn de temperatuurgraden, NIET de exacte temperatuur. "0" is
"UIT" en "7" staat voor de laagste temperatuur.
Begin met de knop op stand "4". Gebruik een voor dit doeleinde geschikte thermometer om
de temperatuur na 2 uur te controleren. De temperatuur van de koelkast moet worden
ingesteld tussen +2°C en +5°C en de diepvriezer varieert tussen -18°C en -25°C gedurende een
normale cyclus. Om de temperatuur van de koelkast te verlagen, draait u de knop op "6" en
controleert u de temperatuur na een uur.
OPMERKING: De koelkast/vriezer werkt mogelijk niet op de juiste temperatuur als het zeer heet of
koud is in de ruimte of als u de deur van de koelkast/vriezer te vaak opent.
Supervriesfunctie
1. Snel bevriezen zorgt ervoor dat vocht in voedsel fijne ijskristallen kan vormen die voorkomen
dat de celmembranen beschadigd raken en het cytoplasma verloren gaat tijdens het
ontdooien, waardoor de oorspronkelijke versheid en voedingswaarde van voedsel behouden
kan blijven.
2. Verse maaltijden en vis die een lange tijd moeten worden bewaard, moeten worden
ingevroren door ze snel te bevriezen. Voor snel bevriezen draait u de temperatuurknop op
stand "7" voordat u voedsel toevoegt (de maximaal toegestane capaciteit is 2,5 kg per keer)
3. Draai na snel bevriezen de knop terug op de oorspronkelijke stand (gewoonlijk mag de tijd
voor snel bevriezen niet langer zijn dan 4 uur).
TIJDENS GEBRUIK
Het apparaat werkt mogelijk niet consequent (kans op ontdooien van de inhoud of een te hoge
temperatuur in het vak voor ingevroren voedsel) wanneer het langere tijd in een koudere ruimte
wordt geplaatst dan waarvoor het apparaat bedoeld is
De klimaatklasse van dit apparaat is ST en de omgevingstemperatuur moet tussen de 16℃ en
38℃ liggen.
De binnentemperatuur kan beïnvloed worden door factoren als de plaats van het apparaat, de
omgevingstemperatuur en hoe vaak de deur wordt geopend. Indien nodig moet de instelling
van temperatuurregelingsapparaten hieraan worden aangepast.
Koolzuurhoudende dranken mogen niet in de vriezer of in de lage-temperatuurvakken worden
Loading ...
Loading ...
Loading ...