Loading ...
Loading ...
Loading ...
5. Draai het product om en verwijder de resten aan de
andere kant.
6. Zorg ervoor dat alle snijtanden dezelfde lengte
hebben.
Algemene informatie over hoe u de hoogte
van de dieptesteller aanpast.
De hoogte van de dieptesteller (C) neemt af wanneer u
de zaagtanden (A) slijpt. Voor maximale zaagprestaties
moet u de vijlresten verwijderen van de dieptesteller
(B), zodat de dieptesteller de juiste hoogte heeft. Zie
Technische gegevens op pagina 172
voor instructies
over hoe u voor de juiste hoogte van de dieptesteller
zorgt voor uw zaagketting.
(Fig. 69)
WAARSCHUWING: Een te hoge
dieptesteller vergroot het terugslagrisico van
de ketting!
Hoogte van de dieptesteller aanpassen
Zie
Algemene informatie over het slijpen van
zaagtanden op pagina 168
voor instructies voordat u
de vijlmal gaat instellen of de zaagtanden gaat slijpen.
We raden aan de snijdiepte bij te stellen na elke derde
kettingslijpbeurt.
We raden u aan onze vijlmal voor de tanddiepte te
gebruiken, om de juiste maat voor de tanddiepte en de
juiste hoek van de dieptestellernok te krijgen.
(Fig. 70)
1. Gebruik een platte vijl en een vijlmal om de hoogte
van de dieptesteller aan te passen. Gebruik alleen
een Husqvarna-vijlmal om de juiste tanddiepte en
vijlhoek te verkrijgen.
2. Plaats de vijlmal op de zaagketting.
Let op:
Zie de verpakking van de vijlmal voor
meer informatie over het gebruik.
3. Gebruik de platte vijl om het gedeelte van de
dieptesteller te verwijderen dat boven de vijlmal
uitsteekt. (Fig. 71)
De spanning van de zaagketting afstellen
WAARSCHUWING:
Een
zaagketting die niet correct is gespannen,
kan losschieten uit het zaagblad en ernstig
of dodelijk letsel veroorzaken.
Een zaagketting rekt uit tijdens gebruik. Het is belangrijk
om de spanning van de zaagketting regelmatig af te
stellen om ervoor te zorgen dat deze correct is. Voer
een controle van de spanning van de zaagketting uit
voordat u het product start. Draai de zaagketting zo
strak mogelijk, maar het moet mogelijk zijn om de
zaagketting met de hand rond te draaien.
Let op:
Een nieuwe zaagketting heeft een
inloopperiode. Controleer tijdens deze periode de
spanning vaker.
1. Draai de vergrendelknop linksom om de afsteller van
de kettingspanner te ontgrendelen. (Fig. 72)
2. Draai de afsteller van de kettingspanning rechtsom
om de zaagketting te spannen. Breng zo veel
mogelijk spanning aan op de zaagketting. Deze
moet strak tegen de geleider liggen.
3. Controleer of de zaagketting gemakkelijk met de
hand kan worden rondgedraaid en of deze niet
doorhangt aan de onderkant van het zaagblad. (Fig.
73)
4. Draai de vergrendelknop rechtsom om de afsteller
van de kettingspanner te vergrendelen.
De snijuitrusting smeren
WAARSCHUWING: Onvoldoende
smeren van de snijuitrusting kan een breuk
van de ketting veroorzaken wat tot ernstige
en zelfs dodelijke verwondingen kan leiden.
WAARSCHUWING: Gebruik geen
afgewerkte olie! Afgewerkte olie is gevaarlijk
voor personen, het product en voor het
milieu.
Zaagkettingolie
• Gebruik een zaagkettingolie die goed aan
de zaagketting hecht. De zaagkettingolie
dient zijn viscositeit te behouden onder alle
weersomstandigheden, bijvoorbeeld tijdens een hete
zomer of koude winter.
• Gebruik kettingolie van Husqvarna voor een
maximale levensduur van de zaagketting en
voor behoud van het milieu. Als Husqvarna-
zaagkettingolie niet beschikbaar is, gebruik dan een
standaard zaagkettingolie.
• In gebieden waar voor smering van de
zaagkettingen bestemde olie niet beschikbaar is, kan
gewone EP 90-transmissieolie worden gebruikt.
Controleer het oliepeil in de olietank regelmatig om
schade aan de zaagketting en geleider te voorkomen.
(Fig. 74)
Olie bijvullen
Vul de zaagkettingolie bij na 1 bedrijfsuur of als de accu
leeg is.
1. Open de dop van de olietank boven op de zaagkop.
2. Vul met zaagkettingolie van Husqvarna.
3. Plaats de olietankdop.
707 - 011 - 31.10.2022
169
Loading ...
Loading ...
Loading ...