Karcher 1.335-500.0 Sweeper KM 80 W P

Bedienungsanleitung - Page 32

For 1.335-500.0.

PDF File Manual, 188 pages, Read Online | Download pdf file

1.335-500.0 photo
Loading ...
Loading ...
Loading ...
- 2
Het apparaat is alleen geschikt voor
het/de in de gebruiksaanwijzing ge-
noemde wegdek/ondergrond.
Er mag alleen gereden worden op de
door de ondernemer of diens gemach-
tigde voor het machinegebruik vrijgege-
ven oppervlakken.
Over het algemeen geldt: Licht ont-
vlambare stoffen uit de buurt van het
apparaat houden (explosie-/brandge-
vaar).
Nooit explosieve vloeistoffen, brandba-
re gassen of onverdunde zuren en op-
losmiddelen opvegen/opzuigen! Daar-
toe behoren benzine, verfverdunner of
stookolie die door verwerveling met de
zuiglucht explosieve dampen of meng-
sels kunnen vormen, verder aceton, on-
verdunde zuren en oplosmiddelen om-
dat zij op het apparaat gebruikte mate-
rialen aantasten.
Nooit reactieve metaalstoffen (bijv. alu-
minium, magnesium, zink) opvegen/op-
zuigen, ze vormen in verbinding met
sterk alkalische of zure reinigingsmid-
delen explosieve gassen.
Geen brandbare of glimmende voor-
werpen opvegen/opzuigen.
Het verblijf in de gevarenzone is verbo-
den. Niet gebruiken in ruimtes met ont-
ploffingsgevaar.
Asfalt
Industrievloer
Estrik
Beton
Klinkers
Het apparaat met de werkinstallaties
moet voor gebruik gecontroleerd wor-
den op deugdelijkheid en bedrijfsveilig-
heid. Indien zij niet in goede staat ver-
keren, mag u de apparatuur niet gebrui-
ken.
Bij gebruik van het apparaat in gevaar-
lijke omgevingen (bijvoorbeeld tanksta-
tions) moeten de overeenkomstige vei-
ligheidsvoorschriften in acht genomen
worden. Niet gebruiken in ruimtes met
ontploffingsgevaar.
Degene die het apparaat bedient dient
het te gebruiken volgens de voorschrif-
ten. Deze dient rekening te houden met
de plaatselijke omstandigheden en bij
het werken met het apparaat te letten
op derden, speciaal op kinderen.
Voor de aanvang van de werkzaamhe-
den moet de bediener zich ervan verge-
wissen dat alle veiligheidsinrichtingen
volgens de voorschriften zijn aange-
bracht en functioneren.
De bediener van het apparaat is verant-
woordelijk voor ongevallen met andere
personen of hun eigendom.
Erop letten dat de bediener nauw aan-
sluitende kledij draagt. Stevig schoeisel
dragen en losse kledij vermijden.
Voor het starten de onmiddellijke om-
geving van het apparaat controleren
(bv. kinderen). Letten op voldoende
zichtbaarheid!
Het apparaat mag nooit onbeheerd
worden achtergelaten, zolang de motor
nog draait. Degene die het apparaat be-
dient mag het pas verlaten, wanneer de
motor is uitgezet, het apparaat tegen
onbedoelde bewegingen is beveiligd en
de handrem is aangetrokken.
Het apparaat mag alleen door perso-
nen worden gebruikt die voor de om-
gang ermee zijn opgeleid of hun vaar-
digheden in het bedienen hebben aan-
getoond en uitdrukkelijk de opdracht
hebben gekregen voor het gebruik.
Dit apparaat mag niet gebruikt worden
door personen met beperkte fysieke,
zintuiglijke of mentale capaciteiten of
met te weinig ervaring en/of kennis, ten-
zij ze onder toezicht staan van een be-
voegde persoon die instaat voor hun
veiligheid of van die persoon instructies
hebben gekregen over het gebruik van
het apparaat en de daaruit resulterende
gevaren begrijpen.
Over kinderen dient toezicht te worden
gehouden, om te waarborgen dat ze
niet met het apparaat spelen.
Bij de aanbouw van het veeggoedre-
servoir en het sneeuwruimschild be-
staat verwondingsgevaar (knellen).
GEVAAR
Kantelgevaar!
Zonder aanbouwset enkel stijgingen tot
12% berijden.
Met aanbouwset enkel stijgingen tot 2%
berijden.
Dwars op de rijrichting alleen hellingen
tot maximaal 12% nemen.
Bij het werken op de helling - Opgelet
bij het optillen van het aanbouwappa-
raat.
Het apparaat uitsluitend op bevestigde
ondergrond bewegen.
Gevaar
Verwondingsgevaar!
Gelieve in het bijzonder de veiligheids-
instructies in de gebruiksaanwijzing
voor apparaten met benzinemotor in
acht te nemen.
De uitlaat mag niet geblokkeerd wor-
den.
Niet over de uitlaat buigen of deze aan-
raken (verbrandingsgevaar).
Aandrijfmotor niet aanraken of vastpak-
ken (verbrandingsgevaar).
Bij de werking van het apparaat in ruim-
tes moet gezorgd worden voor voldoen-
de verluchting en afvoer van de uitlaat-
gassen (vergiftigingsgevaar).
Uitlaatgassen zijn schadelijk voor de
gezondheid, ze mogen niet worden in-
geademd.
De motor heeft ca. 3 - 4 seconden na-
loop nodig na het uitzetten. In deze tijd
absoluut uit de buurt blijven van het
aandrijfbereik.
Het apparaat mag alleen met een leeg-
gemaakte brandstoftank naar achteren
gekipt worden.
Bij vervoer van het apparaat dient u de
motor af te zetten en het apparaat goed
vast te zetten.
Vóór het reinigen en het onderhoud van
het apparaat, het vervangen van onder-
delen of het ombouwen voor een ande-
re functie dient het apparaat te worden
uitgeschakeld en eventueel de bougie-
stekker te worden verwijderd.
Het schoonmaken van het apparaat
mag niet met een waterslang of hoge-
drukstraal gebeuren (gevaar van kort-
sluiting of andere schades).
Reparaties mogen uitsluitend door
goedgekeurde klantenservicewerk-
plaatsen of door vaklui voor dit gebied
worden uitgevoerd die met de betref-
fende veiligheidsvoorschriften ver-
trouwd zijn.
Veiligheidscontrole volgens de plaatse-
lijk geldige voorschriften voor van
plaats veranderlijke, industrieel benutte
apparaten opvolgen.
Werkzaamheden aan het apparaat al-
tijd met geschikte handschoenen uit-
voeren.
1 Duwbeugel
2 Handrem
3 Aandrijfwielen
4 Veegrol
5 Opnamepunten voor aanbouwsets
6 Bescherming veegrol
7 Hoogteverstelling veegwals
8 Benzinemotor
Voorzienbaar verkeerd gebruik
Geschikte ondergronden
Veiligheidsinstructies
Gebruik
Veiligheidsinstructies voor de
bediening
Veiligheidsinstructies voor de
rijmodus
Veiligheidsinstructies voor de
verbrandingsmotor
Veiligheidsinstructies over het transport
van het apparaat
Veiligheidsinstructies over verzorging
en onderhoud
Elementen voor de bediening
en de functies
32 NL
Loading ...
Loading ...
Loading ...