Loading ...
Loading ...
Loading ...
117
3. Het installeren
De elektrische en mechanische installatie, evenals de
aansluiting op het gas, moeten door gespecialiseerd
personeel worden uitgevoerd.
Het apparaat is vervaardigd voor inbouw in een 2-6 cm dik
werkblad in geval van opbouwinstallatie; een verzonken
installatie vereist een 2,5-6 cm dik werkblad.
De minimale afstand tussen de kookplaat en de wand moet
ten minste 5 cm bedragen aan de achterkant, ten minste 40
cm tot de zijwanden en ten minste 50 cm tot de
bovengeplaatste kastjes.
Dit product betreft een inbouwapparaat van klasse 3.
Afb. 1a /1b
3.1 Elektrische aansluiting
Afb. 3
- De installatie moet worden uitgevoerd door professioneel
gekwalificeerd personeel dat op de hoogte moet zijn van de
van kracht zijnde veiligheids- en installatievoorschriften.
- De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid af voor letsel aan
personen of dieren en voor materiële schade die het gevolg
zijn van de niet-naleving van de in deze handleiding
beschreven richtlijnen.
- De voedingskabel moet voldoende lang zijn om de kookplaat
uit het werkblad te kunnen verwijderen.
- Verzeker u ervan dat de spanning aangegeven op het
typeplaatje op de onderzijde van het apparaat overeenkomt
met die van de woning waar het apparaat geïnstalleerd zal
worden.
- Geen verlengsnoeren gebruiken.
- De aarding is wettelijk verplicht.
- De elektrische aardgeleider moet 2 cm langer zijn dan de
andere geleiders.
- Op geen enkel punt van de kabel mag de temperatuur 50°C
hoger zijn dan de omgevingstemperatuur.
- Het apparaat is bedoeld om permanent aangesloten te zijn
op het elektriciteitsnet; daarom moet de verbinding met de
vaste netvoeding worden uitgevoerd door middel van een
meerpolige schakelaar volgens norm, die de volledige
ontkoppeling van de netvoeding garandeert onder de
omstandigheden van de overspanningscategorie III en die na
de installatie gemakkelijk bereikbaar moet zijn.
Let op! Voordat u het circuit weer op het voedingsnet aansluit
en de goede werking ervan controleert, moet altijd eerst
gecontroleerd worden of de netkabel correct gemonteerd is.
Let op! De vervanging van de verbindingskabel moet worden
uitgevoerd door de erkende technische servicedienst of door
een persoon met een soortgelijke deskundigheid.
3.2 Aansluiting op het gas
- De installatie moet worden uitgevoerd door professioneel
gekwalificeerd personeel dat op de hoogte moet zijn van de
van kracht zijnde veiligheids- en installatievoorschriften.
Sluit het apparaat aan op de gasfles of het gasnet volgens de
voorschriften van de van kracht zijnde normen en controleer
voorafgaand of het apparaat is voorbereid voor het
beschikbare gassoort.
Raadpleeg anders: “Aanpassing aan een andere gassoort”.
Controleer ook of de voedingsdruk valt onder de waarden
aangegeven in de tabel: “Kenmerken verbruikende
apparaten”.
Aansluiting met metalen, starre/halfstarre middelen
Voer de aansluiting uit met metalen buisverbindingen en
buizen (ook flexibel), op zodanige manier dat de interne
onderdelen van het apparaat niet belast worden.
De plaatsing van flexibele buizen moet zo gebeuren dat hun
lengte, onder omstandigheden van maximale verlenging, niet
meer dan 2 meter bedraagt.
Gebruik alleen buizen die voldoen aan de plaatselijk geldende
normen.
N.B. - Controleer, na het voltooien van de installatie, met
behulp van zeepsop de perfecte afdichting van het gehele
aansluitsysteem. Gebruik voor dergelijke controles nooit
vlammen.
Aanpassing aan een andere gassoort
Om een apparaat aan te passen aan een andere gassoort
dan waarvoor het was voorbereid (aangegeven op het etiket
aan de onderzijde van de plaat of op de verpakking), moeten
de sproeiers van de branders als volgt vervangen worden:
1 - verwijder de roosters van de kookplaat en neem de
branders weg
2 - schroef de sproeiers los met een pijpsleutel van 7 mm en
vervang ze met sproeiers die geschikt zijn voor de nieuwe
gassoort (zie tabel “Kenmerken verbruiksapparaten met
gasbranders“)
3 - plaats de verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde
terug
Opgelet! Aan het einde van de handelingen moet het oude
etiket van de kalibratie vervangen worden met een etiket dat
overeenkomt met de gebruikte nieuwe gassoort.
AFB.19
Afstelling minimaal vermogen
Voor de afstelling van het minimale vermogen:
1 - plaats de regelknop op de minimale stand
2 - verwijder de knop en handel met een geschikte
schroevendraaier op de stelschroef in of naast het staafje van
Loading ...
Loading ...
Loading ...