Loading ...
Loading ...
Loading ...
35
Vóór het koken
Verwijder voor elk gebruik het ventiel (A) (zie paragraaf
"Gebruik van het bedrijfsventiel") en controleer met het
blote oog en in daglicht of de stoomopening (B) niet
geblokkeerd is. Reinig de stoomopening indien nodig
met een tandenstoker - fig. 10.
Controleer of de pin van het veiligheidsventiel (C) vrij
beweegt - zie figuur (zie paragraaf "Reiniging en
onderhoud").
Voeg de ingrediënten en de vloeistof toe.
Sluit de snelkookpan - fig. 3 en controleer of het deksel
correct is gesloten - fig. 4.
Draai het symbool of van het ventiel op het
positieteken H - fig. 7 of 8.
Plaats de snelkookpan op een warmtebron op de
hoogste stand.
Tijdens het koken
• De aanwezigheid van stoom bij de drukindicator (D)
is normaal wanneer de snelkookpan in werking
treedt.
• Wanneer het bedrijfsventiel (A) permanent stoom
laat ontsnappen en regelmatig een PSHHHT-geluid
maakt, zet de warmtebron dan lager tot het ventiel
(A) een regelmatig fluistergeluid maakt.
• Stel een timer voor de bereidingstijd van het recept
in.
• Zodra de bereidingstijd erop zit, de warmtebron
uitzetten.
Na het koken
Om stoom vrij te laten:
- De druk langzaam verlagen:
• Draai het ventiel (A) geleidelijk op de druk-
verlagingsstand van uw keuze tot op het symbool
- fig. 9. Wanneer de drukindicator (D) weer
zakt, staat uw snelkookpan niet meer onder druk.
De drukindicator (D) zorgt ervoor dat de
snelkookpan niet kan worden geopend wanneer
deze nog onder druk staat.
NL
Als er voedsel of
vloeistof uit de pan
begint te spuiten ter-
wijl u de stoom laat
ontsnappen, draait u
het bedrijfsventiel (A)
of weer naar
de kookpositie - fig. 7
of 8 - om vervolgens
een langzame druk-
verlaging uit te voe-
ren zodat er geen
opspattingen meer
zijn.
De drukindicator
(D) zorgt ervoor dat
de druk in de
snelkookpan niet
kan oplopen als
deze niet correct
gesloten is.
Loading ...
Loading ...
Loading ...