Loading ...
Loading ...
Loading ...
Apparaat bedienen nl
49
Combinatiekookzone
De kookzone met één ring en de kookzone met twee
ringen kunnen zonder brug-verwarmingselement
onafhankelijk van elkaar worden gebruikt of, zoals in de
tabel is beschreven, met het brug-verwarmingselement
worden gecombineerd.
De kleine braadzone (1 +3) en de kookzone met één
ring (2) kunnen ook onafhankelijk van elkaar met
verschillende kookstanden worden gebruikt. Zo
ontstaan bijvoorbeeld bij de grote braadslede, de
teppanyaki of de grillplaat verschillende
temperatuurbereiken: met de kleine braadzone kunt u
dan een gerecht aanbraden en met de kookzone met
één ring tegelijkertijd een gerecht warmhouden.
Aanwijzing: Geschikt kookgerei is verkrijgbaar via de
servicedienst of in onze e-Shop.
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie met twee standen.
Verschijnt er een • op het display, dan is de kookzone
nog heet. U kunt bijv. een klein gerecht warmhouden of
couverture smelten. Koelt de kookzone verder af, dan
verandert de indicatie in œ. De indicatie verdwijnt
wanneer de kookzone voldoende afgekoeld is.
1Apparaat bedienen
Ap p a r a a t bedi enen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt
instellen. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen
Symbool # aanraken. Er klinkt een signaal. Het
indicatielampje boven de hoofdschakelaar is verlicht.
De indicaties van de bedieningsvlakken en de
kookstandindicaties ‹ zijn verlicht. De kookplaat is
bedrijfsklaar.
De beide voorste kookzones zijn automatisch
geselecteerd . De kookstandindicaties ‹ zijn helder
verlicht.
Uitschakelen
Raak het symbool # aan tot het indicatielampje boven
de hoofdschakelaar en de indicaties uitgaan. Alle
kookzones zijn uitgeschakeld. De restwarmte-indicatie
blijft verlicht totdat de kookzones voldoende zijn
afgekoeld.
Aanwijzingen
■ De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones een bepaalde tijd (10-60 seconden)
uitgeschakeld zijn.
■ De instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na het uitschakelen bewaard. Wanneer
u in deze tijd de kookplaat opnieuw inschakelt,
treedt deze in werking met de vorige instellingen.
Kookzone instellen
In het instelbereik stelt u de gewenste kookstand in.
Kookstand 1 = laagste stand
Kookstand 9 = hoogste stand
Elke kookstand heeft een tussenstand. Deze verschijnt
op het display bijv. als ….†.
Kookstand instellen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Raak de kookstandindicatie ‹ aan om de kookzone
te kiezen.
In de kookstandindicatie is ‹ helder verlicht.
2. Stel in het instelbereik de gewenste kookstand in.
De kookzone is ingeschakeld.
Kookstand wijzigen:
Kies de kookzone en stel in het instelbereik de
gewenste kookstand in.
Kookzone uitschakelen
Kies de kookzone. In het instelbereik 0 instellen. Na
ongeveer 10 seconden verschijnt de restwarmte-
indicatie.
1 = Kookzone met twee ringen
2 = Kookzone met één ring
3 = Brug-verwarmingselement
Combinatie Bijschakeling geschikt voor
Kleine braadzone:
Combinatie van
1+3
Schakel met het symbool
ˆ het brug-verwarmings-
element bij.
Het symbool ˆ is helder
verlicht.
Kleine braadslede
Kleine teppanyaki.
Grote braadzone:
Combinatie van 1
+ 3 + 2
Raak het symbool Ô aan.
Het symbool Ô is helder
verlicht.
Grote braadslede
Grote teppanyaki
Grote grillplaat
E
1
2
Loading ...
Loading ...
Loading ...