Loading ...
Loading ...
Loading ...
Het apparaat leren kennen nl
11
Verwarmingsmethoden
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Bij temperatuurinstellingen boven 275 °C en grillstand
3 verlaagt het apparaat de temperatuur na ca. 40
minuten tot ca. 275 °C resp. grillstand 1.
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende bereik veranderen.
Magnetron
Hier vindt u een overzicht van de verschillende
toepassingsgebieden, zodat u altijd het juiste
magnetronvermogen kunt gebruiken.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet
altijd overeen met het precieze aantal watts dat door het
apparaat wordt gebruikt.
--------
CombiSpeed
U kunt veel verwarmingsmethoden combineren met de
magnetron. Het apparaat warmt op en tegelijkertijd
wordt de magnetron ingeschakeld. Zo is uw gerecht
sneller klaar.
Hiervoor zijn magnetronvermogens tussen de 90 en
360 watt geschikt.
Verwarmingsmethode Temperatuur Gebruik
<
4D hetelucht 30-275 °C Voor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de ach-
terkant gelijkmatig in de binnenruimte.
.
Hetelucht Eco 30-275 °C Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zonder
voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de ach-
terkant in de binnenruimte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 125-275 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de
circulatieluchtmodus en de energie-efficiëntieklasse gebruikt.
7
Circulatiegrillen 30-300 °C Voor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator
wervelt de hete lucht rond de gerechten.
(
Grill, groot Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Voor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of toast, en voor het gra-
tineren.
Het hele oppervlak onder het grillelement wordt heet.
*
Grill, klein Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Voor het grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes of toast en om te grati-
neren.
Het middelste oppervlak onder het grillelement wordt heet.
P
Servies voorverwarmen 30-70 °C Voor het opwarmen van servies.
Z
Drogen 150 °C U dient de binnenruimte na gebruik met de magnetron droog te maken, zodat er
geen vocht achterblijft.
Magnetronstand maximale tijdsduur Gebruik
90 watt 1 uur 30 minuten Voor het ontdooien van kwetsbare gerechten.
180 watt 1 uur 30 minuten Voor het ontdooien en verder bereiden.
360 watt 1 uur 30 minuten Voor het bereiden van vlees en het opwarmen van kwetsbare gerech-
ten.
600 watt 1 uur 30 minuten Voor het opwarmen en bereiden van gerechten.
Max. watt 30 min. Voor het verwarmen van vloeistoffen.
Loading ...
Loading ...
Loading ...