Loading ...
Loading ...
Loading ...
Apparaat bedienen nl
47
1Apparaat bedienen
Ap p a r a a t bedi enen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt
instellen. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen: raak het symbool # aan. Er klinkt een
signaal. De indicatielampjes boven de hoofdschakelaar
en de indicaties branden. De kookplaat is klaar voor
gebruik.
Uitschakelen: raak het symbool # aan tot het
indicatielampje boven de hoofdschakelaar en de
indicaties uitgaat. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De
restwarmte-indicatie blijft aan totdat de kookzones
voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones een bepaalde tijd (10-60 seconden)
uitgeschakeld zijn.
De instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na het uitschakelen bewaard. Wanneer
u in deze tijd de kookplaat opnieuw inschakelt,
treedt deze in werking met de vorige instellingen.
Kookzone instellen
In het instelbereik stelt u de gewenste kookstand in.
Kookstand 1 = laagste vermogen
Kookstand 9 = hoogste vermogen
Elke kookstand heeft een tussenstand. Deze wordt in
het instelbereik met het symbool û aangegeven.
Kookstand instellen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Raak het symbool $ aan om de kookzone te
kiezen.
In de kookstandindicatie is verlicht, onder de
kookstand- indicatie is ¬ verlicht.
2. Stel in het instelbereik de gewenste kookstand in.
Kookstand wijzigen
Kies de kookzone en stel in het instelbereik de
gewenste kookstand in.
Kookzone uitschakelen
Met het symbool $ de kookzone kiezen. In het
instelbereik 0 instellen. Na ongeveer 10 seconden
verschijnt de restwarmte-indicatie.
Aanwijzing: De kookzone die het laatst is ingeschakeld
blijft geactiveerd. U kunt de kookzone instellen zonder
deze opnieuw te selecteren.
Kooktabel
In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden.
De bereidingstijden en kookstanden zijn afhankelijk van
de aard, het gewicht en de kwaliteit van de gerechten.
Daarom zijn afwijkingen mogelijk.
Gebruik voor het aan de kook brengen kookstand 9.
Dikvloeibare gerechten af en toe roeren.
Levensmiddelen die snel en heet worden aangebraden
of waarbij tijdens het aanbraden veel vloeistof uittreedt,
het beste in meerdere kleine porties aanbraden.
Tips voor energiebesparend koken vindt u in het
hoofdstuk Milieubescherming.~ Blz. 45
 
Doorkook-
stand
Doorkookduur
in minuten
Smelten
Chocolade, couverture 1-1. -
Boter, honing, gelatine 1-2 -
Verwarmen en warm houden
Eenpansgerecht (bijv. linzenscho-
tel)
1-2 -
Melk** 1.-2. -
Worstjes in water verwarmen** 3-4 -
Ontdooien en opwarmen
Spinazie diepvries 2.-3. 10-20 min.
Goulash diepvries 2.-3. 20-30 min.
Gaar stoven, zachtjes laten ko-
ken
Knoedels, balletjes 4.-5.* 20-30 min.
Vis 4-5* 10-15 min.
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus 1-2 3-6 min.
Geklopte sauzen, bijv. saus Bear-
naise, saus Hollandaise
3-4 8-12 min.
Koken, stomen, stoven
Rijst (met dubbele hoeveelheid
water)
2-3 15-30 min.
Rijstepap 1.-2. 35-45 min.
Aardappels in de schil 4-5 25-30 min.
Gekookte aardappels 4-5 15-25 min.
Deegwaren, pasta 6-7* 6-10 min.
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
*** Meerdere malen keren
Loading ...
Loading ...
Loading ...