Loading ...
Loading ...
Loading ...
![](https://files.manualsfile.com/85070228-bic7101b1-b/bge.png)
nl Storingen verhelpen
14
1.
Reinig het apparaat met een vochtige doek en een
neutraal reinigingsmiddel, zoals afwasmiddel en wa-
ter.
2.
Met een zachte doek nadrogen.
17.3 Roestvrijstalen oppervlakken reinigen
1.
Kalkvlekken, vetvlekken, zetmeelvlekken en eiwit-
vlekken altijd onmiddellijk verwijderen.
Onder zulke vlekken kan corrosie ontstaan.
2.
Water en een beetje afwasmiddel gebruiken om te
reinigen.
3.
Met een zachte doek nadrogen.
17.4 Glazen front reinigen
▶
Maak het glazen front schoon met een glasreiniger
en een zachte doek.
‒ Gebruik geen krassende schuurspons of schra-
per voor vitrokeramische kookplaat.
17.5 Glasplaat reinigen
1.
Reinig de glasplaat met glasreiniger en een zachte
doek.
‒ Gebruik geen krassende schuurspons of schra-
per voor vitrokeramische kookplaat.
2.
Met een zachte doek nadrogen.
17.6 Bedieningspaneel reinigen
1.
Reinig het bedieningspaneel met een vochtige doek
en een neutraal reinigingsmiddel, zoals afwasmiddel
en water.
‒ Gebruik geen krassende schuurspons of schra-
per voor vitrokeramische kookplaat.
2.
Met een zachte doek nadrogen.
Storingen verhelpen
18 Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhel-
pen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de
klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
▶ Alleen geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
het apparaat uitvoeren.
▶ Bel de servicedienst als het apparaat defect is.
→"Servicedienst", Pagina16
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
▶ Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag repa-
raties aan het apparaat uitvoeren.
▶ Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
▶ Wanneer de netaansluitkabel of de apparaataan-
sluitkabel van dit apparaat beschadigd raakt, moet
deze worden vervangen door een speciale netaan-
sluitkabel of speciale apparaataansluitkabel die ver-
krijgbaar is bij de fabrikant of de klantenservice.
18.1 Storingsindicatie
In geval van een storing knippert de functie-indicatie
snel. Er klinkt een geluidssignaal. Wanneer u het appa-
raat opent, dan branden op het bedieningspaneel sym-
bolen, afhankelijk van de oorzaak.
Raak een willekeurige tiptoets aan om het geluidssig-
naal uit te schakelen. Wanneer u vervolgens aan-
raakt, dooft de indicatie.
18.2 Functiestoringen
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Apparaat werkt niet. De zekering in de zekeringenkast is in werking getreden.
▶
Controleer de zekering in de meterkast.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
▶
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
1.
Open het apparaat.
Na een stroomstoring branden de tiptoetsen oplopend van links naar rechts.
Na ca. 30 s dooft de aanwijzing en is het apparaat klaar voor gebruik.
2.
Start de gewenste functie.
Het apparaat is inge-
schakeld. De functie-
indicatie brandt niet.
De functie-indicatie is defect.
▶
Neem contact op met de
→"Servicedienst", Pagina16.
De functie-indicatie
knippert.
Het apparaat warmt op.
▶
Wacht tot het opwarmen is beëindigd.
Loading ...
Loading ...
Loading ...