Loading ...
Loading ...
Loading ...
37
Gemiddelde luchtstroom: wanneer u een laag
geluidsniveau wenst, maar ook een goed comfortni-
veau.
Maximale luchtstroom: om de gewenste tempera-
tuur zo snel mogelijk te bereiken.
Automatische luchtstroom: Het apparaat kiest au-
tomatisch de beste ventilatiesnelheid, gebaseerd op
de geselecteerde temperatuur en de omgevingsom-
standigheden.
Gedurende de zomer varieert de meest geschikte temperatuur van
24 tot 27°C. In ieder geval wordt aangeraden om de temperatuur
niet beduidend lager dan de buitentemperatuur in te stellen.
STILLE WERKING (alleen beschikbaar in de mo-
dus airconditioning en voor bepaalde model-
len)
Door in de modus airconditioning deze functie te activeren,
wordt het geluidsniveau van het apparaat verder beperkt.
Druk voor de activering van de functie op de toets (C6), de
indicator (C9) wordt verlicht.
MODUS ONTVOCHTIGING
Deze functie is ideaal voor het verminderen van de luchtvoch-
tigheid in de ruimte (lente en herfst, vochtige ruimten, regen-
achtige periodes, enz.). Voor dit type werking moet het apparaat
worden voorbereid zoals voor de modus airconditioning. Dat
betekent dat de luchtafvoerslang (B1) op het apparaat moet
worden aangebracht om de afvoer van vocht naar buiten mo-
gelijk te maken.
Voor de instelling van deze modus:
Druk herhaaldelijk op de toets MODE, (C2) tot de indicator
ontvochtiging
(C12) verschijnt.
Het apparaat zal automatisch de beste luchtstroom kiezen.
Opmerking: in geval van een hoge luchtvochtigheid is het
mogelijk om de condens continu af te voeren door de geleverde
slang (B5) aan te brengen op de bovenste afvoerslang (A10) om
zo het water naar een bak weg te laten stromen. Let op dat het
water niet uit de bak naar de vloer overloopt en controleer dat de
afvoerslang niet verstopt is (Afb. 9).
MODUS VENTILATOR
Voor het gebruik van deze modus is het niet nodig om de lucht-
afvoerslang (B1) op het apparaat aan te brengen.
Voor de instelling van deze modus:
Druk herhaaldelijk op de toets MODE (C2), tot de indicator
van de ventilator wordt verlicht.
Druk herhaaldelijk op de toets (C5), tot de gewenste
luchtstroom wordt geselecteerd.
De beschikbare niveaus voor luchtstroom zijn:
Minimale luchtstroom: wanneer een maximaal stille
werking gewenst is.
Gemiddelde luchtstroom: voor een laag geluidsni-
veau, maar ook een goed comfortniveau.
Maximale luchtstroom: voor maximale prestaties.
SELECTEER HET TEMPERATUURBEREIK
De temperatuur kan in °C of °F worden weergegeven. Om de
meeteenheid van de temperatuur te wijzigen, moet de modus
airconditioning geselecteerd worden: houd vervolgens beide
toetsen verlagen (C3) en verhogen (C4) gedurende on-
geveer 3 seconden ingedrukt.
INSTELLING VAN DE TIMER
Door middel van de timer kan het apparaat vertraagd worden
in- of uitgeschakeld. Deze functie voorkomt energieverspilling
omdat de operationele perioden worden geoptimaliseerd.
Loading ...
Loading ...
Loading ...