Loading ...
Loading ...
Loading ...
nl
87
Bedieningselementen
Afb. 2
Aanwijzing
Wanneer het apparaat een tijdje niet
wordt bediend, wordt de indicatie van het
bedieningspaneel op de
energiespaarmodus gezet.
Inschakelen van
het apparaat
Het apparaat met de insteltoets 2/1
inschakelen.
Er is een alarmsignaal te horen.
De alarmtoets 2/2 knippert.
Druk op de alarmtoets 2/2. Het
alarmsignaal wordt uitgeschakeld.
De alarmtoets 2/2 brandt tot
de ingestelde temperatuur in
de diepvriesruimte is bereikt.
Bij geopende deur brandt de verlichting
in de koelruimte.
De fabriek adviseert de volgende
temperaturen:
Koelruimte: +4 °C
Diepvriesruimte: –18 °C
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Door het volledig automatische
NoFrost-systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
De voorzijde van het apparaat achter
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van de
deurafdichting wordt voorkomen.
Wanneer de deur van de
diepvriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend kan worden,
dient u even te wachten tot de
onderdruk is verdwenen.
1 Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
2 Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
3 Toets „super” (Diepvriesruimte)
Om het supervriessysteem
in en uit te schakelen.
4 Insteltoets temperatuur
in de diepvriesruimte
Met de toets wordt
de temperatuur van
de diepvriesruimte ingesteld.
5 Temperatuurindicatie
Diepvriesruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de diepvriesruimte in °C.
6 Toets „super” (Koelruimte)
Om het superkoelsysteem in en
uit te schakelen.
7 Temperatuurinsteltoets
koelruimte
Met de toets wordt
de temperatuur van de koelruimte
ingesteld.
8 Temperatuurindicatie
Koelruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de koelruimte in °C.
Loading ...
Loading ...
Loading ...