Loading ...
Loading ...
Loading ...
NEDERLANDS
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET GEBRUIK VAN DIT
TOESTEL
Blokkeer de inlaat en luchtuitlaat niet.
Plaats het toestel niet in de nabijheid van of op warme voorwerpen zoals een kachel. Gebruik
het toestel evenmin op plaatsen waar het in contact kan komen met stoom.
Gebruik het toestel niet op zijn zijkant.
Dit houdt gevaar in voor vervorming, storing en/of oververhitting van de motor.
Plaats het toestel niet in een omgeving waar vorming van lampzwart voorkomt, zoals in een
keuken enz.
Gebruik voor het schoonmaken van het toestel geen detergent.
Daardoor kan het toesteloppervlak beschadigd worden of barsten.
Tevens bestaat er gevaar voor verstoring van de sensors.
Gebruik het toestel niet zonder filter.
Het heeft dan geen zuiverend effect. Bovendien kan dit storingen tot gevolg hebben.
Was en hergebruik de filters niet.
Dit heeft geen effect en kan de oorzaak zijn van een elektrische schok of storingen.
Houd bij het verplaatsen van het toestel altijd het handvat aan de achterkant vast.
Als u bij het dragen het voorpaneel vasthoudt, kan dit afbreken. Daardoor kan het toestel vallen en
bestaat er gevaar voor lichamelijk letsel.
BEPERKINGEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEBRUIK DE AFSTANDSBEDIENING NIET OP DE VOLGENDE PLAATSEN
Plaatsen waar TL-verlichting of automatische elektronische verlichting wordt gebruikt
De afstandsbediening kan daardoor onbruikbaar worden. In dat geval verwijdert u zich van dergelijke
verlichting of wijzigt u de richting.
Plaatsen die blootstaan aan direct zonlicht.
Het toestel kan de signalen van de afstandsbediening mogelijk niet ontvangen.
Het toestel reageert mogelijk niet op de signalen van de afstandsbediening als de uiteinden van TL-
lampen zwart worden of als de lampen gaan flikkeren omwille van hun gevorderde levensduur; dit
betekent evenwel geen storing van de afstandsbediening of het hoofdtoestel. In dat geval vervangt u
de TL-lampen door nieuwe.
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
Houd ten minste 2 m afstand van apparaten die werken met elektrische golven zoals tele-
visietoestellen, radio’s of golfklokken.
Zo niet kan elektrische interferentie optreden.
Houd ten minste 60 cm afstand van de zijwand.
Zo niet kan de motor oververhitten en het toestel slecht werken.
Vermijd plaatsen waar sensors blootstaan aan onmiddellijke tocht.
Zo niet kan het toestel mogelijk niet juist functioneren.
Vermijd plaatsen waar gordijnen enz. in contact komen met de inlaat of de luchtuitlaat.
Zo niet kunnen gordijnen, enz. vuil worden of kan het toestel niet juist functioneren.
DOELTREFFEND GEBRUIK
Plaats het toestel op een stabiel oppervlak met voldoende luchtcirculatie.
RICHTLIJNEN VOOR DE FILTERS
Was en hergebruik het HEPA-filter en actieve-koolstoffilter niet. Dit heeft geen effect en kan een
elektrische schok en storingen tot gevolg hebben.
De wand achter de luchtuitlaat kan na verloop van tijd vuil worden. Als u het toestel voor een langere
periode op dezelfde plaats gebruikt, brengt u een vinyllaag, enz. aan om de wand tegen vuil te
beschermen. Reinig eveneens de wand enz. op regelmatige tijdstippen.
N-3
Loading ...
Loading ...
Loading ...