Loading ...
Loading ...
Loading ...
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
54
Drogen
Met hete lucht kunt u uitstekend drogen. Bij deze soort
conservering worden aromastoffen door het onttrekken
van water geconcentreerd.
Gebruik uitsluitend fruit, groente en kruiden zonder
gebreken en was deze grondig. Bedek het rooster met
bak- of perkamentpapier. Laat de vruchten goed
afdruipen en maak ze goed droog.
Snijd ze eventueel in even grote stukken of even dunne
plakjes. Leg ongeschild fruit op de schaal met het
snijvlak naar boven. Let erop dat zowel fruit als
paddestoelen niet op elkaar liggen op het rooster.
Rasp de groenten en blancheer ze vervolgens. Laat de
geblancheerde groenten afdruipen en verdeel ze
gelijkmatig over het rooster.
Droog kruiden samen met de steel. Leg de kruiden
gelijkmatig in kleine hoopjes op het rooster.
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het drogen:
1 rooster: hoogte 3
2 roosters: hoogte 3+1
Fruit en groente met veel vocht enkele malen keren. Het
gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van
het papier.
In de tabel vindt u de instellingen voor het drogen van
verschillende levensmiddelen. Temperatuur en tijdsduur
zijn afhankelijk van de soort, vochtigheid, rijpheid en
dikte van de levensmiddelen. Hoe langer u de
levensmiddelen laat drogen, des te beter ze
geconserveerd zijn. Hoe dunner u de levensmiddelen
snijdt, des te sneller ze gedroogd zijn en des te
aromatischer ze blijven. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven.
Wilt u nog andere levensmiddelen drogen, neem dan
soortgelijke levensmiddelen in de tabel als
uitgangspunt.
Inmaak
Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen
schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van
gelijke grootte. De gegevens in de tabel hebben
betrekking op ronde glazen potten van 1 liter.
Attentie!
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels
zouden kunnen springen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken.
Was het grondig.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden.
Deze kunnen worden beïnvloed door de
omgevingstemperatuur, het aantal potten, de
hoeveelheid en de temperatuur van de inhoud.
Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten
werkelijk borrelen.
Voorbereiden
1. De potten vullen, niet te
2. De glazen randen schoonmaken.
3. Leg op elke pot een natte rubberen ring en een
deksel.
4. Sluit de potten af met klemmen.
Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte.
Instelling
1. De braadslede op hoogte 2 inschuiven. De
weckpotten zo neerzetten, dat zij elkaar niet raken.
2. ½ liter water (ca. 80 °C) in de braadslede gieten.
3. Sluit de ovendeur.
4. Onderwarmte $ instellen.
5. De temperatuur op 170 - 180 °C instellen.
Inmaak
Fruit
Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte
tussenpozen belletjes op. Schakel de oven uit.
Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen
uit de ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat
afkoelen, kunnen zich kiemen vormen waardoor het
ingemaakte fruit sneller zuur wordt.
Groente
Zodra er in de potten belletjes opstijgen de
temperatuur naar 120 tot 140 °C terugbrengen.
Afhankelijk van de soort groente ca. 35 tot 70 m.
Schakel vervolgens de oven uit en gebruik de
restwarmte.
Fruit, groente en kruiden Accessoires Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur in
°C
Tijdsduur in
uren
Pitvruchten (appelringen, 3 mm dik, per rooster 200 g) 1-2 roosters
<
80 4-8
Wortelgewassen (wortelen), geraspt, geblancheerd 1-2 roosters
<
80 4-7
Paddestoelen, in plakjes 1-2 roosters
<
80 5-8
Kruiden, schoongemaakt 1-2 roosters
<
60 2-5
Fruit in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Appels, rode bessen, aardbeien Uitschakelen Ca. 25 minuten
Kersen, abrikozen, perziken, kruisbessen Uitschakelen Ca. 30 minuten
Appelmoes, peren, pruimen Uitschakelen Ca. 35 minuten
Loading ...
Loading ...
Loading ...