Loading ...
Loading ...
Loading ...
nl Montagehandleiding
16
Wanneer het apparaat of het netsnoer is
beschadigd, dan direct de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact halen of de ze-
kering in de meterkast uitschakelen.
Neem contact op met de servicedienst.
→Pagina13
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel
mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel
mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveon-
derdelen worden gebruikt voor reparatie
van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat wordt be-
schadigd, moet het door geschoold vakper-
soneel worden vervangen.
Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
Het apparaat uitsluitend aansluiten en ge-
bruiken volgens de gegevens op het type-
plaatje.
Het apparaat uitsluitend via een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact met
randaarde op een stroomnet met wissel-
stroom aansluiten.
Het randaardesysteem van de elektrische
huisinstallatie moet conform de elektrotech-
nische voorschriften zijn geïnstalleerd.
Nooit het apparaat via een externe schakel-
inrichting voeden, bijvoorbeeld een tijd-
schakelaar of besturing op afstand.
Als het apparaat is ingebouwd, moet de
stekker van het netsnoer vrij toegankelijk
zijn. Als de vrije toegang niet mogelijk is,
moet in de vast geplaatste elektrische in-
stallatie een alpolige scheidingsinrichting
volgens de voorwaarden van de overspan-
ningscategorie III en volgens de installatie-
voorschriften worden ingebouwd.
Bij het opstellen van het apparaat erop let-
ten dat het aansluitsnoer niet afgeklemd of
beschadigd wordt.
15.4 Aanwijzingen voor de elektrische
aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Het apparaat moet op elk gewenst moment van de
stroom kunnen worden afgesloten. Het mag alleen op
een geaarde contactdoos worden aangesloten die vol-
gens de voorschriften is geïnstalleerd.
De netstekker van de netaansluitkabel moet na de
inbouw van het apparaat vrij toegankelijk zijn.
Is dit niet mogelijk, dan moet in de vast geplaatste
elektrische installatie een alpolige scheidingsinrich-
ting volgens de voorwaarden van de overspannings-
categorie III en volgens de opbouwvoorschriften
worden ingebouwd.
De vaste aansluiting mag alleen door een elektricien
worden aangelegd. Wij adviseren een aardlekscha-
kelaar (FI-schakelaar) in de stroomkring naar het
apparaat te installeren.
Scherpe componenten binnen het apparaat kunnen de
aansluitkabel beschadigen.
De aansluitkabel niet knikken of inklemmen.
¡ De aansluitgegevens zijn te vinden op het typeplaat-
je. →Pagina13
¡ De aansluitleiding is ca. 1,30 m lang.
¡ Dit apparaat voldoet aan de ontstoringsvoorschriften
van de EG.
¡ Het apparaat is conform de beschermingsklasse 1.
Daarom het apparaat alleen met een aarddraadaan-
sluiting gebruiken.
¡ Het apparaat tijdens de montage niet op de voe-
dingsspanning aansluiten.
¡ Ervoor zorgen dat de bescherming tegen aanraking
door de inbouw is gegarandeerd.
15.5 Aanwijzingen m.b.t. de inbouwsituatie
¡ Dit apparaat in een werkblad monteren.
¡ Het apparaat is niet geschikt voor de combinatie
met een gaskookplaat.
¡ Voor de montage van extra speciale accessoires de
daarbij meegeleverde installatiehandleiding aanhou-
den.
Om ervoor te zorgen dat er geen vermogensverlies
optreedt van het apparaat, monteert u geen bovenkast
boven het apparaat en houdt u de volgende afstanden
aan:
¡ Minstens 50cm links en rechts van het apparaat tot
een wand of tot een naastgelegen bovenkast
¡ Minstens 5cm van het frame van het apparaat tot
een wand
¡ Minstens 2cm van het aanzuigbereik Guided Air tot
een meubelwand
¡ De vlak geïntegreerde inbouw is uitsluitend mogelijk
in aanrechten van steen of graniet.
Loading ...
Loading ...
Loading ...