Loading ...
Loading ...
Loading ...
38 PD3000 Quick Start Guide 39
strain relief clamp
sleeve
tip
sleeve
(ground/shield)
Unbalanced ¼" TS connector
tip
(signal)
Uitgangen
Uw PD-versterker vereist speakON twist-locking professionele luidsprekeraansluitingen. Deze professionele luidsprekeraansluitingen zijn speciaal ontwikkeld voor het
aansturen van krachtige luidsprekers. De connectoren klikken stevig vast, voorkomen elektrische schokken en zorgen voor de juiste polariteit.
De CHANNEL A output bevat output pinnen voor zowel CHANNEL A (1+/1-) als CHANNEL B (2+/2-), zodat beide kanalen desgewenst gelijktijdig kunnen worden
uitgestuurd op één enkele 4-polige speakerkabel .
De uitgang van CHANNEL B heeft daarentegen alleen pin-outs voor CHANNEL B (1+/1-).
Gebruik waar mogelijk dikke en korte luidsprekerkabels om stroomverlies tot een minimum te beperken.
3.3 Aansluiten op het lichtnet
Sluit uw PD-versterker altijd aan op het voltage dat op de achterkant van het apparaat staat aangegeven. Het aansluiten van de versterker op een verkeerde spanning
kan uw versterker permanent beschadigen.
Voordat u de versterker inschakelt, moet u alle aansluitingen nogmaals controleren en de versterkingsinstelling volledig verlagen.
strain relief clamp
sleeve
ring
tip
sleeve
ground/shield
For connection of balanced and unbalanced plugs,
ring and sleeve have to be bridged at the stereo plug.
Balanced ¼" TRS connector
ring
cold (-ve)
tip
hot (+ve)
1-
2-
2+
1+
1-
2-
2+
1+
front view rear view
Professional speaker connector
(compatible with Neutrik speakON connectors)
Maximaal aanbevolen kabellengte voor:
Cable Size 2 ohm 4 ohm 8 ohm
AWG mm2 meter feet meter feet meter feet
12 2.0 9 30 18 60 36 120
10 2.6 15 50 30 100 60 150
(9) BALANCED INPUTS (¼" aansluitingen) accepteer audio-ingangen voor elk kanaal van audiokabels met ¼" TRS-connectoren (gebalanceerd) of ¼"
TS-connectoren (ongebalanceerd).
BALANCED INPUTS (XLR-aansluitingen) accepteer gebalanceerde audio-ingangen voor elk kanaal van audiokabels met XLR-connectoren.
OPMERKING: De XLR- en ¼"-aansluitingen in het gedeelte BALANCED INPUTS zijn fysiek met elkaar verbonden en gebruikers kunnen deze fysieke aansluiting
gebruiken om een kopie van het ingangssignaal naar een extra versterker te leiden. Een signaal dat bijvoorbeeld via de XLR-aansluiting in kanaal A komt, kan
worden gesplitst en teruggestuurd via de ¼" TRS-verbinding van kanaal A.
(10) XOVER schakelaar kiest tussen drie crossover-modi: FULL RANGE, LF (lage frequentie crossover) en HF (hoge frequentie crossover). In de LF-modus versterkt
het apparaat alleen de lage frequenties onder 100 Hz. In de HF-modus versterkt het apparaat alleen de hoge frequenties boven 100 Hz. LF- en HF-modi worden
meestal gebruikt in bi-amping-toepassingen.
(11) MODE schakelaar selecteert tussen MONO- en STEREO-bedieningsmodi:
Stereo: Ingangen A en B worden afzonderlijk versterkt en zijn afzonderlijk verkrijgbaar op LUIDSPREKERUITGANGEN A en B.
Mono: Ingang A wordt versterkt en is beschikbaar op zowel LUIDSPREKERUITGANGEN A als B. Ingang B is uitgeschakeld.
OPMERKING: De demping van de LUIDSPREKERUITGANGEN A en B is individueel in beide modi op het voorpaneel via de CH A/CH B verzwakkingsknoppen.
3. Installatie
3.1 Rackmontage
Uw PD-versterker past in een 19”-rek en vereist twee rekeenheden. Installeer in het rek met vier bevestigingsschroeven en ringen voor het voorpaneel. Overweeg
om het achterpaneel te versterken met rekaccessoires (meegeleverd met rek), vooral als u de PD onderweg. Zorg ervoor dat er voldoende koele lucht het rack bereikt,
vooral wanneer andere rackapparatuur veel warmte afgeeft. De PD-versterkers circuleren warmte van de voorkant naar de ventilatieopeningen aan de achterkant om
de warmte in de rackbehuizing te ontlasten.
Als je meerdere eindversterkers in een 19” rack installeert, voeg dan gevulde panelen toe in de lege rackruimtes om circulatie van hete lucht te voorkomen.
De ventilatorsnelheid past zich automatisch aan om een veilige werking te garanderen. Blokkeer nooit ventilatieopeningen. Als de interne temperatuur extreme
waarden bereikt, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld en hervat het bedrijf wanneer het is afgekoeld.
3.2 Verbindingen
Audio-ingangen
Elke kanaalingang gebruikt XLR- of ¼"-aansluitingen. De XLR-aansluitingen kunnen gebalanceerde XLR-aansluitingen accepteren, terwijl de ¼"-aansluitingen
zowel gebalanceerde ¼" TRS-aansluitingen als ongebalanceerde ¼" TS-aansluitingen kunnen accepteren. Om XLR-aansluitingen voor ongebalanceerde signalen te
gebruiken, overbrugt u pin 1 en 3; mono ¼" TS-connectoren niet enige wijziging nodig hebben om ongebalanceerde signalen te dragen.
Let er bij het werken met gebalanceerde signalen op dat u uitsluitend gebalanceerde kabels gebruikt. Eén ongebalanceerde kabel in de signaalketen kan een
gebalanceerd signaal veranderen in een ongebalanceerd signaal.
output
For unbalanced use, pin 1 and pin 3
have to be bridged
1 = ground/shield
2 = hot (+ve)
3 = cold (-ve)
input
12
3
1
2
3
Balanced use with XLR connectors
Loading ...
Loading ...
Loading ...