Loading ...
Loading ...
Loading ...
Storingen verhelpen nl
93
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen.
2.
Reinig de deurruiten met een vochtige vaatdoek een
glasreiniger.
Opmerking:Donkere plekken bij de ruiten van de
deur, lijkend op vegen, zijn lichtreflecties van de ver-
lichting van de binnenruimte.
3.
Met een zachte doek nadrogen.
13.5 Deurafdichting reinigen
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan de deurafdichting bescha-
digen.
Gebruik geen metalen schraper of schraper voor vi-
trokeramische kookplaat voor het reinigen.
Geen schurende reinigingsmiddelen gebruiken.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen.
2.
Reinig de deurafdichting met heet zeepsop en een
zachte vaatdoek.
3.
Met een zachte doek nadrogen.
13.6 Voorzijde van het apparaat reinigen
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan de voorzijde van het appa-
raat beschadigen.
Geen glasreiniger, metalen of glazen schraper ge-
bruiken voor het schoonmaken.
Om corrosie op RVS-fronten te vermijden, kalkvlek-
ken, vetvlekken, zetmeelvlekken en eiwitvlekken on-
middellijk verwijderen.
Bij RVS-oppervlakken speciale RVS-reinigingsmid-
delen voor warme oppervlakken gebruiken.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen.
2.
De voorkant van het apparaat met heet zeepsop en
een vaatdoek reinigen.
Opmerking:Geringe kleurverschillen op de voorzij-
de van het apparaat ontstaan door gebruik van ver-
schillende materialen, zoals glas, kunststof en me-
taal.
3.
Bij RVS-apparaatfronten het RVS-reinigingsmiddel
heel dun opbrengen met een zachte doek.
Het RVS-reinigingsmiddel is verkrijgbaar bij de klan-
tenservice of in de vakhandel.
4.
Met een zachte doek nadrogen.
13.7 Bedieningspaneel reinigen
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan het bedieningspaneel be-
schadigen.
Het bedieningspaneel nooit nat afnemen.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen.
2.
Het bedieningspaneel met een microvezeldoek of
een zachte, vochtige doek reinigen.
3.
Met een zachte doek nadrogen.
Storingen verhelpen
14  Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhel-
pen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de
klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
het apparaat uitvoeren.
Bel de servicedienst als het apparaat defect is.
→"Servicedienst", Pagina95
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag repa-
raties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Wanneer de netaansluitkabel of de apparaataan-
sluitkabel van dit apparaat beschadigd raakt, moet
deze worden vervangen door een speciale netaan-
sluitkabel of speciale apparaataansluitkabel die ver-
krijgbaar is bij de fabrikant of de klantenservice.
14.1 Functiestoringen
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Apparaat werkt niet. Netstekker van de stroomkabel is niet ingestoken.
Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.
De zekering in de zekeringenkast is in werking getreden.
Controleer de zekering in de meterkast.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
Loading ...
Loading ...
Loading ...