Loading ...
Loading ...
Loading ...
NL - 10
1.
motor.
.
2. Te
OPMERKING Tijdens het rijden
dient er een stand tussen «schildpad»
5.3 HENDEL HANDREM
1. Rem uitgeschakeld.
2. Rem ingeschakeld.
en zet de hendel
5.4
1.
.
2.
.
U moet bijzonder goed
opletten dat u tijdens de koppelingsfase
niet te lang aarzelt om oververhitting en,
als gevolg daarvan, beschadiging van
de transmissieriem te vermijden.
OPMERKING Tijdens het rijden
is het verstandig uw voet niet op
dit pedaal te laten rusten.
5.5 HENDEL COMMANDO
SNELHEIDSVERANDERING
1.
versnelling dient uitgevoerd te
worden bij stilstaande machine.
2.
3.
achteruitversnelling dient
uitgevoerd te worden bij
stilstaande machine.
verplaatsen zoals aangegeven op het label
5.6
-
5.7
1.
de punt van de voet op het
voorste pedaal.
op het pedaal te verhogen,
2. De
de achteruitversnelling
dient uitgevoerd te worden
als de machine stilstaat.
Loading ...
Loading ...
Loading ...