Loading ...
Loading ...
Loading ...
56
Installatievoorschriften
Het apparaat uitsluitend via een randgeaard
stopcontact, met een trage zekering van 10
ampère op 220/240 V/50 Hz wisselstroom
aansluiten.
Eventueel te gebruiken verlengingskabels
moeten geaard zijn, een doorsnede van
minimaal 1,5 mm
2
per aansluiting hebben en een
lengte van maximaal 25 m.
Automatische kabelopwikkeling.
Voorkom dat er water in het apparaat komt.
De luchtinlaat- en uitblaasopeningen mogen niet
worden afgedekt.
Voor een goede werking van het apparaat moet
een afstand van minstens 20 cm bewaard blijven
met dicht bij zijnde de voorwerpen. Zie figuur 4.
Mocht het om de een of andere reden nodig
zijn het elektrische aansluitingsnoer te
vervangen door een nieuw snoer, dan mag dit
alleen door geautoriseerd personeel van de
Technische Dienst gedaan worden.
Bij het aanzetten van het apparaat en het
laten werken in de modus “ontvochtigen”,
kan het voorkomen dat de gebruiker een
geluid waarneemt in de vorm van een
aanhoudend gefluit of geborrel. Dit is geen
reden voor ongerustheid, aangezien het geen
enkel verband houdt met een slechte werking
van het apparaat.
Wanneer u het depot uit het apparaat haalt,
omdat het vol water zit, doe dat dan heel
voorzichtig. Pak het depot voorzichtig op aan
beide kanten, zorg er voor dat het niet kantelt
en houdt het altijd in de meest verticale
positie.
Als het apparaat wordt uitgeschakeld en weer
ingeschakeld, zal de compressor na verloop
van ongeveer 3 minuten weer starten. Deze
tijd is nodig teneinde de correcte werking van
het apparaat te garanderen.
Waarschuwingen
Fig. 4
mín.
20 cm.
mín.
20 cm.
Loading ...
Loading ...
Loading ...