Loading ...
Loading ...
Loading ...
nl Het apparaat leren kennen
12
Verwarmingsmethoden
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Bij temperatuurinstellingen boven 275 °C en grillstand
3 verlaagt het apparaat de temperatuur na ca. 40
minuten tot ca. 275 °C resp. grillstand 1.
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende bereik veranderen.
Magnetron
Hier vindt u een overzicht van de verschillende
toepassingsgebieden, zodat u altijd het juiste
magnetronvermogen kunt gebruiken.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet
altijd overeen met het precieze aantal watts dat door het
apparaat wordt gebruikt.
Verwarmingsmethode Temperatuur Gebruik
<
4D hetelucht 30-275 °C Voor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de ach-
terkant gelijkmatig in de binnenruimte.
%
Boven- en onderwarmte 30-300 °C Voor het traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor
gebak met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
.
Hetelucht Eco 30-275 °C Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zonder
voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de ach-
terkant in de binnenruimte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 125-275 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de
circulatieluchtmodus en de energie-efficiëntieklasse gebruikt.
#
Boven- en onderwarmte Eco 30-300 °C Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 150-250 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de
conventionele modus gebruikt.
7
Circulatiegrillen 30-300 °C Voor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator
wervelt de hete lucht rond de gerechten.
(
Grill, groot Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Voor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of toast, en voor het gra-
tineren.
Het hele oppervlak onder het grillelement wordt heet.
*
Grill, klein Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Voor het grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes of toast en om te grati-
neren.
Het middelste oppervlak onder het grillelement wordt heet.
$
Pizzastand 30-275 °C Voor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig
hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de ach-
terwand zijn ingeschakeld.
$
Onderwarmte 30-250 °C Voor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
De warmte komt van onderen.
Magnetronstand maximale tijdsduur Gebruik
90 watt 1 uur 30 minuten Voor het ontdooien van kwetsbare gerechten.
Loading ...
Loading ...
Loading ...