Loading ...
Loading ...
Loading ...
nl Storingen verhelpen
56
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Apparaat kan niet worden in-
geschakeld of bediend.
3. Sluit het apparaat aan op het
stroomnet.
4. Schakel het apparaat in.
Het apparaat start niet. Zekering van de huisinstalla-
tie is niet in orde.
Controleer de zekering van de huis-
installatie.
Aansluitsnoer is niet aange-
sloten.
1. Controleer of het stopcontact functi-
oneert.
2. Controleer of het aansluitsnoer
goed op het stopcontact en op de
achterkant van het apparaat is aan-
gesloten.
Apparaatdeur is niet volledig
gesloten.
Sluit de apparaatdeur.
Programma start automa-
tisch.
Einde van het programma is
niet afgewacht.
→"Programma afbreken",
Pagina34
Apparaat blijft in een pro-
gramma hangen of valt uit.
Apparaatdeur is niet volledig
gesloten.
Sluit de apparaatdeur.
Stroom- en/of watertoevoer
is onderbroken.
1. Controleer de stroomtoevoer.
2. Controleer de watertoevoer.
Bovenste korf drukt tegen
de binnendeur en verhindert
een goede sluiting van de
apparaatdeur.
Controleren of de achterwand van
het apparaat wordt ingedrukt door
een stopcontact of niet-gedemon-
teerde slanghouder.
Ruim het serviesgoed zo in dat er
geen serviesdelen over de servies-
korf uitsteken en verhinderen dat
de apparaatdeur goed kan worden
gesloten.
Mechanische beschadiging
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Apparaatdeur kan niet wor-
den gesloten.
Het deurslot is omgespron-
gen.
Sluit de apparaatdeur met meer
kracht.
Deur geblokkeerd door een
inbouwfout.
Controleren of het apparaat correct
is ingebouwd.
De apparaatdeur, het deurpaneel of
de aanbouwdelen mogen bij het
sluiten niet tegen de naburige kas-
ten en het aanrechtblad stoten.
Loading ...
Loading ...
Loading ...