Loading ...
Loading ...
Loading ...
nl
109
Apparaat inschakelen
1. Steek eerst de stekker in de
aansluiting aan de achterzijde van het
apparaat. Controleer of de stekker
goed is aangesloten.
2. Steek dan het andere uiteinde van de
kabel in het stopcontact.
Het apparaat is nu ingeschakeld en er
klinkt een alarmsignaal.
Om het alarmsignaal uit te schakelen,
drukt u de lock/alarm off-toets in.
De indicatie ALARM verdwijnt zodra het
apparaat de ingestelde temperatuur
heeft bereikt.
De vooringestelde temperaturen worden
na meerdere uren bereikt. Leg pas
daarna levensmiddelen in het apparaat.
De fabriek adviseert de volgende
temperaturen:
Diepvriescompartiment: –18 °C
VitaFresh-compartiment: 0 °C tot 2 °C
Koelcompartiment: +4 °C
Opmerkingen bij/voor het
gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Door het volledig automatische
NoFrost systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
Als de deur na het sluiten niet direct
weer geopend kan worden, dient u
even te wachten tot de ontstane
onderdruk is opgeheven.
De voorzijden en zijwanden van de
behuizing worden deels licht
verwarmd.Dit voorkomt vorming van
condenswater.
Instellen van
de temperatuur
Afb. $
Koelruimte
De temperatuur is instelbaar van +2 °C
tot +8 °C.
1. Keuzetoets 13 net zo lang indrukken
tot de indicatie koelruimte 7
geactiveerd is.
2. Toetsen „+/–” 14 net zo vaak
indrukken tot de gewenste
temperatuur wordt aangegeven.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer
dan bij +4 °C bewaren.
16 Toets „super”
Dient voor het inschakelen van
de functies superkoelen
(koelruimte) en supervriezen
(vriesvak) (zie het hoofdstuk
Superkoelen resp. het hoofdstuk
Supervriezen).
17 Toets „mode”
Om speciale functies te kiezen.
Zie hoofdstuk „Speciale functies”.
18 Indicatie freshness mode
Wordt gemarkeerd wanneer de
vers-modus is ingeschakeld.
Loading ...
Loading ...
Loading ...