Loading ...
Loading ...
Loading ...
nl De Bediening in essentie
10
7 De Bediening in essentie
Hier wordt de bediening van het apparaat in essentie
beschreven.
7.1 Apparaat inschakelen
De functiekeuzeknop op een stand buiten de nul-
stand draaien.
a Het apparaat is ingeschakeld.
7.2 Machine uitschakelen
De functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
a Het apparaat is uitgeschakeld.
7.3 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
1.
De verwarmingsmethode met de functiekeuzeknop
instellen.
2.
De temperatuur of grillstand met de temperatuur-
knop instellen.
a Na enkele seconden begint het apparaat op te war-
men.
3.
Als uw gerecht klaar is, het apparaat uitschakelen.
Tip:De meest geschikte verwarmingsmethode voor uw
gerechten vindt u in de beschrijving van de verwar-
mingsmethoden.
→"Verwarmingsmethoden en functies", Pagina6
Verwarmingsmethode wijzigen
U kunt de verwarmingsmethode altijd wijzigen.
De gewenste verwarmingsmethode met de functie-
keuzeknop instellen.
Temperatuur wijzigen
U kunt de temperatuur altijd wijzigen.
De gewenste temperatuur met de temperatuurknop
instellen.
8 Snel voorverwarmen
Om tijd te besparen kunt u met de functie snel voorver-
warmen de opwarmtijd verkorten.
Gebruik snel voorverwarmen alleen bij ingestelde tem-
peraturen van boven de 100°C.
Na het snel voorverwarmen het best volgende
verwarmingsmethoden gebruiken:
¡ 3Dhetelucht
¡ Boven- en onderwarmte
8.1 Snel voorverwarmen instellen
Om een gelijkmatig bereidingsresultaat te krijgen, de
gerechten pas na het snel voorverwarmen in de bin-
nenruimte plaatsen.
1.
Snel voorverwarmen met de functiekeuzeknop in-
stellen.
2.
De gewenste temperatuur met de temperatuurkiezer
instellen.
a Na enkele seconden start het snel voorverwarmen.
a Als het snel voorverwarmen eindigt, klinkt een sig-
naal en dooft de indicatie voor voorverwarmen.
3.
Een geschikte verwarmingsmethode met de functie-
keuzeknop instellen.
4.
Het gerecht in de binnenruimte plaatsen.
9 Tijdfuncties
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties
waarmee u de werking kunt sturen.
9.1 Overzicht van de tijdfuncties
Met de toets kiest u de verschillende tijdfuncties.
Tijdfunctie Gebruik
Wekker De wekker kunt u onafhankelijk van
de werking instellen. Hij beïnvloedt
het apparaat niet.
Tijdsduur Wanneer u voor de werking een tijds-
duur instelt, houdt het apparaat na
het verstrijken van de tijdsduur auto-
matisch op met verwarmen.
Tijdfunctie Gebruik
Einde Voor de duur kunt u een tijd instellen
waarop de werking eindigt. Het ap-
paraat start automatisch zodat de
werking op de gewenste tijd klaar is.
Tijd U kunt de tijd instellen.
9.2 Timer instellen
De timer loopt onafhankelijk van de werking. U kunt de
timer bij ingeschakeld en uitgeschakeld apparaat tot
23 uur en 59 minuten instellen. De timer heeft een ei-
gen signaal, zodat u hoort of de timer of een tijdsduur
eindigt.
AanwijzingDe wekker en een duur kunnen niet tegelijk
lopen. Als al een duur is ingesteld, kan de wekker niet
worden ingesteld.
1.
Druk net zo vaak op de knop totdat op het display
is gemarkeerd.
Loading ...
Loading ...
Loading ...