Loading ...
Loading ...
Loading ...
Help bij het apparaat nl
53
--------
Aanwijzing: Wanneer u een storing door het uit- en inschakelen van de
droogautomaat niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de
klantenservice.~ Blz. 57
Droogtijd te lang. Het apparaat kan met pluizen verontreinigd zijn. Dit veroorzaakt een lan-
gere droogtijd. Pluizen verwijderen.~ Blz. 34
De warmtewisselaar kan met pluizen verontreinigd zijn. Eenvoudige appa-
raatverzorging uitvoeren. ~ Blz. 47
Een afgedichte of niet vrij toegankelijke luchtinlaat op het apparaat kan de
droogtijd verlengen. Luchtinlaat vrijhouden.
Een omgevingstemperatuur van minder dan 15 °C en meer dan 30 °C kan
de droogtijd verlengen.
Een ontoereikende luchtcirculatie in de ruimte kan de droogtijd verlengen.
Ruimte voldoende ventileren.
Geurvorming in het
apparaat
Intensieve apparaatverzorging uitvoeren. ~ Blz. 49
De vochtigheidsgraad in
de ruimte neemt toe.
Ruimte voldoende ventileren.
Ongewone geluiden tij-
dens het drogen.
Bij het drogen ontstaan bedrijfsgeluiden door de pomp en de compressor. Deze
wijzen niet op een storing van het apparaat.
Apparaat voelt ondanks
het drogen" koud aan.
Geen fout. Het apparaat met warmtepomp droogt efficiënt bij lage temperatu-
ren.
Droogprogramma afge-
broken.
Wordt het droogprogramma vanwege een stroomstoring afgebroken, pro-
gramma opnieuw starten of wasgoed uitnemen en uitspreiden.
Restwater in het con-
denswaterreservoir, hoe-
wel afvoerslang* aan het
apparaat aangesloten is.
Is de optionele afvoerslang* geïnstalleerd, dan blijft vanwege de zelfreinigings-
functie van het apparaat een beetje restwater in het condenswaterreservoir
achter.
* afhankelijk van de uitrusting van het apparaat of beschikbaar toebehoren
Loading ...
Loading ...
Loading ...