Loading ...
Loading ...
Loading ...
Wasgoed nl
35
■ Symbolen op de wasetiketten
Wasgoed voor het drogen
voorbereiden
Aanwijzing: om een gelijkmatig
droogresultaat te krijgen moet u het
wasgoed sorteren volgens:
■ het type stof
■ wassymbolen die op de wasetiketten
staan.
Droog uitsluitend wasgoed dat volgens
het etiket geschikt is voor een droger of
dat is voorzien van de volgende
wassymbolen:
■ a : droog bij normale temperatuur
■ ` : droog bij lage temperatuur
(voorzichtig drogen)
De volgende textielsoorten moeten niet
in de droogtrommel worden gedaan:
■ b = wassymbool “niet geschikt voor
droger”
■ Fijne was (zijde, synthetische
gordijnen).
■ Textiel dat schuimrubber of
soortgelijke materialen bevat.
■ Textiel dat is behandeld met
ontvlambare vloeibare stoffen, bijv.
met vlekkenverwijderaar, petroleum,
ether, thinner. Gevaar voor explosie!
■ Textiel dat nog haarlak of
soortgelijke substanties bevat.
Aanwijzingen
■ Met de hand gewassen textiel moet
vóór het drogen met het juiste
centrifugetoerental worden
gecentrifugeerd.
■ Voorafgaand aan het drogen
centrifugeren met het optimale
toerental. Een centrifugetoerental
van meer dan 1000 tpm wordt
aanbevolen voor katoen, meer dan
800 tpm voor kreukherstellend
textiel.
■ Strijk het wasgoed niet onmiddellijk
na het drogen. Aanbevolen wordt het
wasgoed eerst op te rollen, zodat
het restvocht gelijkmatig wordt
verdeeld.
■ Om een goed droogresultaat te
krijgen moeten dekbedden, badstof
en andere grote stukken apart
worden gedroogd. Niet meer dan 6
badstof handdoeken drogen
(of 4 kg).
■ Overschrijd de maximale belading
niet.
M Geschikt voor een normaal
wasproces;
bijv. Cottons (Katoen)
programma
N Er is een behoedzaam
wasproces vereist;
bijv. Easy Care
(Kreukherstellend)
programma
O Er is een extra behoedzaam
wasproces vereist;
bijv. Delicates/Silk (Fijn/zijde)
programma
W Geschikt voor handwas;
bijv. h Wool (Wol)programma
Ž Niet in de machine wassen.
Loading ...
Loading ...
Loading ...