Loading ...
Loading ...
Loading ...
Materiële schade vermijden nl
11
2 Materiële schade ver-
mijden
LET OP!
Een verkeerde dosering van wasver-
zachters, wasmiddelen, verzorgings-
middelen en reinigingsmiddelen kan
de werking van het apparaat beïn-
vloeden.
▶ De doseeraanbevelingen van de
fabrikant aanhouden.
Het overschrijden van de maximale
beladingshoeveelheid heeft invloed
op de werking van het apparaat.
▶ De maximale beladingshoeveel-
heid voor elk programma aanhou-
den en niet overschrijden.
→"Programma's", Pagina28
Het apparaat is voor transport met
transportbeveiligingen geborgd. Niet
verwijderde transportbeveiligingen
kunnen leiden tot materiële schade
en schade aan het apparaat.
▶ Voor inbedrijfstelling alle transport-
beveiligingen volledig verwijderen
en bewaren.
▶ Voor elk transport alle transportbe-
veiligingen volledig inbouwen, om
transportschade te vermijden.
De ondeskundige aansluiting van de
watertoevoerslang kan tot materiële
schade leiden.
▶ De schroefverbindingen aan de
watertoevoer handvast aantrekken.
▶ De watertoevoerslang het best di-
rect zonder bijkomende verbin-
dingselementen, zoals adapter,
verlengstuk, ventiel of dergelijke
op de waterkraan aansluiten.
▶ Erop letten dat de ventielbehuizing
van de watertoevoerslang contact-
vrij met de omgeving is ingebouwd
en niet aan externe krachtinwer-
king is blootgesteld.
▶ Erop letten dat de binnendiameter
van de waterkraan minstens 17
mm bedraagt.
▶ Erop letten dat de lengte van de
schroefdraad aan de aansluiting
naar de waterkraan minstens 10
mm bedraagt.
Een te lage of te hoge waterdruk kan
de apparaatfunctie hinderen.
▶ Zorg ervoor dat de waterdruk op
de watertoevoerinstallatie tenmin-
ste 100kPa (1bar) en maximaal
1000kPa (10bar) is.
▶ Wanneer de waterdruk de aange-
geven maximale waarde over-
schrijdt, dan moet een reduceer-
ventiel tussen de drinkwateraan-
sluiting en de slangenset van het
apparaat worden geïnstalleerd.
▶ Het apparaat niet op de meng-
kraan van een drukloze geiser of
boiler aansluiten.
Gewijzigde of beschadigde water-
slangen kunnen tot materiële schade
en schade aan het apparaat leiden.
▶ Nooit waterslangen knikken, knel-
len, wijzigen of doorsnijden.
▶ Alleen meegeleverde waterslangen
of originele reserveslangen gebrui-
ken.
▶ Nooit gebruikte waterslangen her-
gebruiken.
Het gebruik met vervuild of te heet
water kan materiële schade en scha-
de aan het apparaat veroorzaken.
▶ Het apparat uitsluitend met koud
leidingwater gebruiken.
Ongeschikte reinigingsmiddelen kun-
nen de oppervlakken van het appa-
raat beschadigen.
▶ Geen scherpe of schurende reini-
gingsmiddelen gebruiken.
▶ Geen sterk alcoholhoudende reini-
gingsmiddelen gebruiken.
▶ Geen harde schuur- of afwas-
sponsjes gebruiken.
▶ Het apparaat uitsluitend reinigen
met water en een zachte, vochtige
doek.
Loading ...
Loading ...
Loading ...