Loading ...
Loading ...
Loading ...
Apparaat bedienen nl
7
1Apparaat bedienen
Ap p a r a a t bedi enen
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
apparaatvarianten. Het is mogelijk dat er kenmerken
worden beschreven die niet van toepassing zijn op uw
apparaat.
Aanwijzing:
Schakel de afzuigkap in zodra u begint met koken en
schakel hem pas enkele minuten na het koken weer uit.
Zo wordt de keukendamp het effectiefst verwijderd.
Bedieningspaneel
Ventilator instellen
Inschakelen
Tip op het symbool #.
De ventilator start in ventilatiestand 2.
Vermogensstand instellen
Tip op het symbool 1, 2 of 3, om een andere
ventilatiestand in te stellen.
Uitschakelen
Tip op het symbool #.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensief-
stand gebruiken.
Inschakelen
Tip op het symbool G.
Aanwijzing: Na ca. zes minuten schakelt de afzuigkap
zelfstandig terug naar ventilatiestand 3.
Uitschakelen
Wilt u de intensiefstand voor afloop van de vooraf
ingestelde tijd beëindigen, tip dan op het symbool van
de gewenste ventilatiestand.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilator in-
en uitschakelen.
Tip op het symbool B.
2Reinigen en onderhouden
Re i n i g e n en onder houden
:Waarschuwing – Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt heet tijdens de bereiding. Laat het
voor de reiniging afkoelen.
:Waarschuwing
Gevaar van een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Het toestel alleen met een vochtige doek
schoonmaken. Vóór het reinigen de netstekker uit
het stopcontact halen of de zekering in de meterkast
uitschakelen.
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben. Veiligheidshandschoenen dragen.
Attentie!
Beschadiging van het oppervlak doordat de
beschermfolie niet verwijderd is. Voor het eerste
gebruik de beschermfolie verwijderen van alle
apparaatonderdelen.
Schoonmaakmiddelen
Houd u aan de opgaven in de tabel, om te voorkomen
dat de verschillende oppervlakken door verkeerde
schoonmaakmiddelen worden beschadigd. Gebruik
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen, bijv.
schuurpoeder of schuurmiddel,
geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen,
geen harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
geen hogedrukreinigers of stoomreinigers,
geen kalkoplossende schoonmaakmiddelen,
geen agressieve universele schoonmaakmiddelen,
geen ovenspray.
Aanwijzing: Nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig
uitwassen.
Aanwijzing: Neem alle aanwijzingen en
waarschuwingen in acht die bij de reinigingsmiddelen
vermeld worden.
Symbool Toelichting
#
Ventilator Aan/Uit
1-3 Ventilatiestanden
G
Intensiefstand
B
Licht Aan/Uit
Gebied Schoonmaakmiddelen
Roestvrij staal Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met
een zachte doek nadrogen.
Roestvrijstalen oppervlakken uitsluitend reini-
gen in de slijprichting.
Bij de servicedienst of in speciaalzaken zijn
speciale onderhoudsmiddelen voor roestvrij
staal verkrijgbaar.Het schoonmaakmiddel
heel dun opbrengen met een zachte doek.
Gelakte oppervlakken Warm zeepsop:
Met een vochtig schoonmaakdoekje reinigen
en met een zachte doek nadrogen.
Geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal
gebruiken.
Loading ...
Loading ...
Loading ...