Loading ...
Loading ...
Loading ...
NL - 2
•
• -
•
•
de inhoud ervan te controleren.
•
-
• -
•
de houder van de brandstof.
• -
-
•
2.3 TIJDENS HET GEBRUIK
Werkzone
•
in openlucht of op een goed verluchte plaats plaatsvinden.
• -
• -
•
goede zichtbaarheid.
•
staan.
•
•
• Wees zeer voorzichtig nabij steile niveauverschillen, sloten of
• -
ting van de stijging/daling, let goed op bij de veranderingen
-
•
•
-
Gedrag
•
dat er geen hindernissen zijn.
•
•
• -
•
• Houd steeds afstand van de uitlaatopening.
•
In geval van breuken of ongevallen tijdens het werk, dient
men de motor onmiddellijk stil te zetten en de machine te
verwijderen om geen verdere schade te berokkenen; in geval
van ongevallen met persoonlijke letsels of letsels aan derden,
dient men onmiddellijk de meest geschikte eerste-hulp-proce-
dures te volgen voor de situatie en zich tot een gezondheids-
structuur te richten voor de nodige zorgen. Verwijder zorgvul-
dig eventuele resten die schade of letsels aan personen of
dieren kunnen veroorzaken indien ze onopgemerkt blijven.
Beperkingen voor het gebruik
• -
-
•
niet op de voorziene plaatsen geïnstalleerd zijn.
•
•
•
2.4 ONDERHOUD, STALLING EN VERVOER
Onderhoud
•
beschadigd zijn. De defecte of beschadigde onderdelen
•
• -
-
De in deze aanwijzingen genoemde geluids- en vibratie-
niveaus zijn bovengrenzen bij het gebruik van de machine.
Het gebruik van een niet gebalanceerd maai-element, een
overdreven bewegingssnelheid en gebrekkig onderhoud
hebben een negatieve invloed op het geluidsniveau en
op de trillingen. Bijgevolg is het noodzakelijk preventieve
maatregelen te treen om mogelijke schade ten gevolge
van een hoog geluidsniveau en stress van trillingen te
vermijden; zorg voor het onderhoud van de machine, draag
gehoorbescherming, maak pauzes tijdens het werk.
Stalling
•
•
2.5 BESCHERMING VAN DE OMGEVING
Loading ...
Loading ...
Loading ...