Loading ...
Loading ...
Loading ...
Materiële schade vermijden nl
11
2 Materiële schade ver-
mijden
Houd deze aanwijzing aan om materi-
ële schade en schade aan het appa-
raat te vermijden.
LET OP!
Een verkeerde dosering van wasver-
zachters, wasmiddelen, verzorgings-
middelen en reinigingsmiddelen kan
de werking van het apparaat beïn-
vloeden.
De doseeraanbevelingen van de
fabrikant aanhouden.
Het overschrijden van de maximale
beladingshoeveelheid heeft invloed
op de werking van het apparaat.
De maximale beladingshoeveel-
heid voor elk programma aanhou-
den en niet overschrijden.
→"Programma's", Pagina26
Het apparaat is voor transport met
transportbeveiligingen geborgd. Niet
verwijderde transportbeveiligingen
kunnen leiden tot materiële schade
en schade aan het apparaat.
Voor inbedrijfstelling alle transport-
beveiligingen volledig verwijderen
en bewaren.
Voor elk transport alle transportbe-
veiligingen volledig inbouwen, om
transportschade te vermijden.
De ondeskundige aansluiting van de
watertoevoerslang kan tot materiële
schade leiden.
De schroefverbindingen aan de
watertoevoer handvast aantrekken.
De watertoevoerslang het best di-
rect zonder bijkomende verbin-
dingselementen, zoals adapter,
verlengstuk, ventiel of dergelijke
op de waterkraan aansluiten.
Erop letten dat de ventielbehuizing
van de watertoevoerslang contact-
vrij met de omgeving is ingebouwd
en niet aan externe krachtinwer-
king is blootgesteld.
Erop letten dat de binnendiameter
van de waterkraan minstens 17
mm bedraagt.
Erop letten dat de lengte van de
schroefdraad aan de aansluiting
naar de waterkraan minstens 10
mm bedraagt.
Een te lage of te hoge waterdruk kan
de apparaatfunctie hinderen.
Zorg ervoor dat de waterdruk op
de watertoevoerinstallatie tenmin-
ste 100kPa (1bar) en maximaal
1000kPa (10bar) is.
Wanneer de waterdruk de aange-
geven maximale waarde over-
schrijdt, dan moet een reduceer-
ventiel tussen de drinkwateraan-
sluiting en de slangenset van het
apparaat worden geïnstalleerd.
Het apparaat niet op de meng-
kraan van een drukloze geiser of
boiler aansluiten.
Gewijzigde of beschadigde water-
slangen kunnen tot materiële schade
en schade aan het apparaat leiden.
Nooit waterslangen knikken, knel-
len, wijzigen of doorsnijden.
Alleen meegeleverde waterslangen
of originele reserveslangen gebrui-
ken.
Nooit gebruikte waterslangen her-
gebruiken.
Het gebruik met vervuild of te heet
water kan materiële schade en scha-
de aan het apparaat veroorzaken.
Het apparat uitsluitend met koud
leidingwater gebruiken.
Ongeschikte reinigingsmiddelen kun-
nen de oppervlakken van het appa-
raat beschadigen.
Geen scherpe of schurende reini-
gingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende reini-
gingsmiddelen gebruiken.
Geen harde schuur- of afwas-
sponsjes gebruiken.
Loading ...
Loading ...
Loading ...